Drogredenen herkennen in videofragmenten

Lesdoel
  • Je kent de drogredenen van groep 1  en 2 en kunt deze herkennen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
  • Je kent de drogredenen van groep 1  en 2 en kunt deze herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Je kijkt het huiswerk na
  • Je gaat kijken naar voorbeelden uit de praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Check-in: welke drogreden?
  1. Jij moet mij niets vertellen over gezond leven: je weegt zelf 105 kilo! Je bent veel te zwaar!
  2. Alleen mensen die niet goed bij hun hoofd zijn, gaan op Koningsdag naar Amsterdam.
  3. Ik kan niet geloven dat dieren zomaar gebruik gaan maken van het wildviaduct. Laat Milieudefensie eerst maar eens met bewijzen daarvoor op de proppen komen.
  4. Iedereen heeft recht op vrije meningsuiting, want iedereen mag zeggen wat hij wil.

Slide 3 - Tekstslide

Overtredingen van een discussieregel (soort 2)
  • Non-argumentatie
  • Gekleurde formuleringen 

Wat zijn discussieregels?
- Regels voor een aanvaardbare discussie = alle criteria voor aanvaardbaarheid en deugdelijkheid van argumentatie

Slide 4 - Tekstslide

Drogredenen soort 2
  1. Bespelen van het publiek
  2.  Cirkelredenering
  3. Ontduiken of verschuiven van de bewijslast
  4. Persoonlijke aanval
  5. Vertekenen van het standpunt

Slide 5 - Tekstslide

Drogredenen in de praktijk

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
Je gaat naar kijken naar fragment 1 t/m 9. Vul bij elk videofragment in welke drogreden erin voorkomt. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

"Vrouwen in het verkeer. De man die dat bedacht heeft moeten ze zijn rijbewijs afpakken." - TheBlogMagazine

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Provocerende vraag...
Als je een drogreden gebruikt en je wint daarmee een discussie, maakt dat je dan slim of oneerlijk?


Slide 18 - Tekstslide