Les 4

Lesprogramma
1. Terugblik op de vorige les (voor wie dat nodig heeft => anders ga je zelfstandig verder met het huiswerk)
- los of aaneenschrijven
- tussenletters in samenstellingen


2. Maak opdracht 5.7 en 5.8 (blok 5, Spelling) over de Leestekens en Accenttekens.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
1. Terugblik op de vorige les (voor wie dat nodig heeft => anders ga je zelfstandig verder met het huiswerk)
- los of aaneenschrijven
- tussenletters in samenstellingen


2. Maak opdracht 5.7 en 5.8 (blok 5, Spelling) over de Leestekens en Accenttekens.

Slide 1 - Tekstslide

Los of aaneenschrijven?

Slide 2 - Tekstslide

basisregel
Samengestelde zelfstandige naamwoorden, die en betekeniseenheid vormen, schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar vast. (tenzij klinkerbotsing, dan ....?)

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Tekstslide

Los of aaneenschrijven?
elektro + monteur
A
elektro-monteur
B
elektromonteur

Slide 5 - Quizvraag

Los of aaneenschrijven?
Stille + Oceaan + gebied
A
Stille Oceaangebied
B
Stille-Oceaan gebied
C
Stille-Oceaangebied

Slide 6 - Quizvraag

Los of aaneenschrijven?
centrale + verwarming + installatie
A
centrale verwarmingsinstallatie
B
centraleverwarming installatie
C
centraleverwarmingsinstallatie
D
centrale-verwarmingsinstallatie

Slide 7 - Quizvraag

Los of aaneenschrijven?
rode + bieten + carpaccio
A
rodebietencarpaccio
B
rode bietencarpaccio
C
rodebieten carpaccio
D
rode-bietencarpaccio

Slide 8 - Quizvraag

los of aaneenschrijven?
Zwarte + Cross + kaartjes
A
Zwarte Crosskaartjes
B
ZwarteCrosskaartjes
C
zwarte crosskaartjes
D
ZwarteCross kaartjes

Slide 9 - Quizvraag

Tussenletter in samenstellingen

Slide 10 - Tekstslide

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
breedtegraad
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.
C
Het eerste woord heeft niet (alleen) een meervoud op -en.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en

Slide 12 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
huilebalk
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
groentensoep
B
groentesoep

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
tarwebrood
B
tarwenbrood

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
zonnenscherm
B
zonnescherm

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 17 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen

kat + kop
betekenis: klier
A
wel een tussen-n kattenkop
B
geen tussen-n kattekop

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -s of -en én op -s

Slide 19 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen

krant + kop
A
geen tussen-n krantekop
B
wel een tussen-n krantenkop

Slide 20 - Quizvraag

Hoe spel je deze samenstelling?

station + chef
A
stationchef
B
stationschef

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
 Teams => lesmateriaal => spelling => uitlegfilmpjes

 

 Maak opdracht 5.7 en 5.8 (blok 5, Spelling) over de Leestekens en Accenttekens.

Slide 22 - Tekstslide