In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4. Dichtheid basis
Slide 1 - Tekstslide
Notitie voor docent
meenemen
- voorwerp om dichtheid van te bepalen (bijvoorbeeld bout)
- weegschaal
- maatcilinder + water
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Wat is dichtheid?
Formule voor dichtheid
Voorbeelden
Tijd voor huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Wat is zwaarder?
Hout of staal?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is zwaarder?
Hout of staal?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is zwaarder?
Hout of staal?
Staal is zwaarder dan hout
Slide 6 - Tekstslide
Wat is zwaarder?
Hout of staal?
Staal is zwaarder dan hout
Staal heeft een grotere dichtheid dan hout
Slide 7 - Tekstslide
Wat is zwaarder? Hout of staal?
Staal is zwaarder dan hout
Staal heeft een grotere dichtheid dan hout
Je zou misschien in eerste instantie zeggen 'staal is zwaarder dan hout'. Dit is niet goed. Want dan zou je zeggen dat een stalen paperclip zwaarder is dan een houten tuinhuisje. Dit klopt natuurlijk niet. Je zegt 'staal heeft een grotere dichtheid dan hout'
Slide 8 - Tekstslide
Wat is dichtheid?
Dichtheid = Hoeveel massa er aanwezig is in een bepaald volume
Slide 9 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid is een stofeigenschap
Het symbool is de Griekse letter : ρ (rho)
Eenheid = gram per kubieke centimeter (g/cm³)
Slide 10 - Tekstslide
Dichtheid
Alle stoffen hebben verschillende dichtheden.
Je hoeft deze tabel niet uit je hoofd te leren. Je krijgt hem erbij op de toets.
Slide 11 - Tekstslide
Dichtheid
Alle stoffen hebben verschillende dichtheden.
Wat betekent dit?
bijvoorbeeld: glas heeft een dichtheid van 2,6 g/cm³. Dit betekent dat 1 cm³ glas een massa heeft van 2,6 g.
Je hoeft deze tabel niet uit je hoofd te leren. Je krijgt hem erbij op de toets.
Slide 12 - Tekstslide
Formule van dichtheid in woorden
Slide 13 - Tekstslide
Formule van dichtheid in symbolen
Slide 14 - Tekstslide
Herhaling : Symbolen van Massa & Volume
Massa Volume
m = 204,3 g V = 18 cm³
Slide 15 - Tekstslide
Formule schrijf je met symbolen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Formule van dichtheid
dichtheid
in g/cm³
massa
in g
volume in cm³
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld berekening
Wat is de dichtheid van deze bout?
Maak een nette berekening.
gevraagd: gegeven: berekening:
Slide 19 - Tekstslide
Oefenvraag 1
Je hebt een blokje met een volume van 15 cm³. De massa is 65 gram. Wat is de dichtheid van dit blokje?
gevraagd: gegeven: berekening:
Slide 20 - Tekstslide
Oefenvraag 1 - Antwoord
Je hebt een blokje met een volume van 15 cm³. De massa is 65 gram. Wat is de dichtheid van dit blokje?
gevraagd: gegeven: berekening:
ρ = .... g/cm³
V = 15 cm³
m = 65 g
ρ=1565=4,33
g/cm³
Slide 21 - Tekstslide
Oefenvraag 2
Wat is de dichtheid van dit schaakstuk?
Maak een nette berekening.
Slide 22 - Tekstslide
Oefenvraag 2 - Antwoord
Wat is de dichtheid van dit schaakstuk?
gevraagd: gegeven: berekening:
ρ = .... g/cm³
V = 78 - 60 = 18 cm³
m = 204,3 g
ρ=1565=4,33
g/cm³
(onderdompelmethode)
(staat op de weegschaal)
Slide 23 - Tekstslide
Samenvatting - Dichtheid
Alle stoffen hebben verschillende dichtheden.
Wat betekent dit?
bijvoorbeeld: glas heeft een dichtheid van 2,6 g/cm³. Dit betekent dat 1 cm³ glas een massa heeft van 2,6 g.
Je hoeft deze tabel niet uit je hoofd te leren. Je krijgt hem erbij op de toets.
Slide 24 - Tekstslide
Samenvattend - Formule van dichtheid
dichtheid
in g/cm³
massa
in g
volume in cm³
ρ=Vm
Slide 25 - Tekstslide
Berekeningen stappenplan
stap 1: Schrijf op wat er gevraagd wordt (ρ, m of V)
stap 2: Schrijf de gegevens op die in de vraag staan
stap 3: Zet de gegevens in de juiste eenheid (zie hierboven)
stap 4: Schrijf de juiste formule op die je gaat gebruiken
stap 5: Schrijf de formule nog eens op, nu met de gegevens
stap 6: typ de som in je rekenmachine
stap 7: schrijf je antwoord op met eenheid
Voorbeeld
Slide 26 - Tekstslide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 27 - Tekstslide
Vraag 1: Er zijn twee grootheden nodig voor het berekenen van de dichtheid. Weet je welke dat zijn?
A
lengte en breedte
B
massa en volume
C
massa en gewicht
D
massa en lengte
Slide 28 - Quizvraag
Vraag 2: Hoe bereken je de dichtheid van een voorwerp?
A
dichtheid =
massa x volume
B
dichtheid =
massa : volume
C
dichtheid =
volume : massa
D
dichtheid =
eindstand - beginstand
Slide 29 - Quizvraag
Grootheden
Eenheden
Vraag 3: Plaats bij alle drie de woorden de juiste symbolen
Massa
Volume
Dichtheid
m
cm³
g
ρ
V
g/cm³
Slide 30 - Sleepvraag
Vraag 4: Als ik een blokje door midden snij, wordt de dichtheid ook kleiner
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Vraag 5: De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal. Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft
Slide 32 - Quizvraag
Vraag 6a: Bekijk de vraag hiernaast. Wat wordt hier gevraagd?
A
ρ = ..... g/cm³
B
p = ...... g/cm³
C
p = ..... g/cm
D
ρ = ...... g/cm
Slide 33 - Quizvraag
Vraag 6b: Bekijk de vraag hiernaast. Wat zijn de gegevens bij deze vraag?
A
V = 1500 g
m = 1840 cm³
B
g = 1500
cm³ = 1840
C
m = 1500 g
V =1840 cm³
D
cm³ = 1500
g = 1840
Slide 34 - Quizvraag
Vraag 6c: Bekijk de vraag hiernaast. Welke formule gebruik je voor het oplossen van deze vraag?
A
ρ=Vm
B
m=ρ⋅V
C
ρ=mV
D
V=ρm
Slide 35 - Quizvraag
Vraag 6d: Je bent nu bijna klaar met de vraag. Zie de berekening tot nu toe hiernaast. Wat is de laatste stap?
A
ρ = 1500 ÷ 1840 = 2,7 g/cm
B
ρ = 1500 ÷ 1840 = 0,81 g/cm
C
ρ = 1500 ÷ 1840 = 0,81 g/cm³
D
ρ = 1500 ÷ 1840 = 2,7 g/cm³
Slide 36 - Quizvraag
gevraagd:
ρ = .... g/cm³
gegeven:
m = 1500 g
V = 1840 cm³
berekening:
ρ = 1500 ÷ 1840 = 0,81 g/cm³
ρ=Vm
Bekijk nu nog eens de gehele berekening van de vorige vraag, gebruik dit als voorbeeld bij de rest van de vragen.
Slide 37 - Tekstslide
Vraag 7: Een blokje van 43 gram heeft een volume van 3,79 cm3. Wat is de dichtheid van dit blokje?
A
ρ = 11,3 g/cm³
B
ρ = 0,088 g/cm³
C
ρ = 11,3 g/cm
D
ρ = 0,088 g/cm
Slide 38 - Quizvraag
Vraag 8a: wat is het volume van de steen?
Slide 39 - Open vraag
Vraag 8b: De massa van de steen is 10 gram wat is de dichtheid?
geef je berekening met formule en je antwoord met eenheid
Slide 40 - Open vraag
Vraag 9: Wat is de dichtheid?
geef je berekening met formule en je antwoord met eenheid
Slide 41 - Open vraag
Vraag 10: Bereken de dichtheid van het blokje
geef je berekening met formule en je antwoord met eenheid
Slide 42 - Open vraag
Vraag 11: Een blokje heeft een massa van 0,2 kg en een 63,5 cm3. Bereken de dichtheid.
geef je berekening met formule en je antwoord met eenheid