V5_Literatur_Biedermann und die Brandstifter

Biedermann und die Brandstifter
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biedermann und die Brandstifter

Slide 1 - Tekstslide

Max Frisch- Biedermann und die Brandstifter
  1. Wie is Max Frisch? Belangrijke werken, zijn stijl, boodschap?
  2. Wie zijn de belangrijkste personen in het verhaal?
  3. Waar gaat het verhaal over? Korte samenvatting van 5 min.
  4. Was is de symbolische betekenis van het verhaal?
  5. In welke tijd moet je het verhaal plaatsen?

Slide 2 - Tekstslide

Max Frisch
Max Frisch, geboren am 15. Mai 1911 in Zürich, wo er am 4. April 1991 auch verstarb, war ein Schweizer Schriftsteller, Dramatiker, Essayist und Architekt. 

Sein Werk ist umfangreich, wobei Frisch vor allem durch die großen Romane ‚Homo faber, Stiller und Mein Name sei Gantenbein' enorm populär wurde, wobei auch seine dramatischen Werke Biedermann und die Brandstifter und Andorra seine Bekanntheit begründen.

Du hast den Text gelesen: Biedermann und die Brandstifter.


Slide 3 - Tekstslide

Biedermann und die Brandstifter

Slide 4 - Tekstslide

Herr Biedermann und die Brandstifter

Biedermann                   -> Biedermaier

Slide 5 - Tekstslide

Max Frisch
Max Frisch, geboren am 15. Mai 1911 in Zürich, wo er am 4. April 1991 auch verstarb, war ein Schweizer Schriftsteller, Dramatiker, Essayist und Architekt. 

Sein Werk ist umfangreich, wobei Frisch vor allem durch die großen Romane ‚Homo faber, Stiller und Mein Name sei Gantenbein' enorm populär wurde, wobei auch seine dramatischen Werke Biedermann und die Brandstifter und Andorra seine Bekanntheit begründen.

Du liest den Text: Biedermann und die Brandstifter.


Slide 6 - Tekstslide

Biedermann und die Brandstifter - kort samenvatting

Gottlieb Biedermann, een haarwaterfabrikant, neemt de huisverkopers Schmitz en Eisenring in zijn huis op. Dit gebeurt terwijl er brandstichters actief zijn in de stad. Al snel merkt Biedermann dat zijn gasten verdachte zaken doen. In plaats van hen weg te sturen, besluit hij, uit angst, om vrienden met hen te worden.


Slide 7 - Tekstslide

Biedermann und die Brandstifter – Figurenoverzicht

In "Biedermann und die Brandstifter" zijn er acht belangrijke personages (zonder het koor):
  • Gottlieb Biedermann
  • Zijn vrouw Babette
  • Het dienstmeisje Anna
  • De twee brandstichters Schmitz en Eisenring
  • Hun helpers
  • De politieagent, die probeert Biedermann te beschermen maar faalt door Biedermanns naïviteit en verkeerde vertrouwen in de brandstichters.
  • De weduwe Knechtling, die een kleine rol speelt en de tegenstrijdigheid in Biedermanns gedrag laat zien.

Slide 8 - Tekstslide

Specifieker
- Josef Schmitz 
ist ein Brandstifter und ein großer, breit gebauter Mann mit einer Menge auffälliger Tätowierungen.
- Willi Eisenring; Brandstifter und der Anführer der Beiden
- Babette ist die Ehefrau von Gottlieb Biedermann.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je "Biedermeier und die Brandstifter" begrijpen? Welke belangrijke thema's zijn er? 
    • Dit toneelstuk bekritiseert op een pessimistische manier de samenleving.
    • Het laat zien hoe gevaarlijk het kan zijn om altijd maar mee te gaan met anderen.
    • Biedermann, het hoofdpersonage, is zo goedgelovig dat hij niet doorheeft hoe hij zelf bijdraagt aan zijn eigen ondergang. 
    • Hij vertrouwt de verkeerde mensen en dat leidt tot de vernietiging van zijn leven. 
    • Het stuk benadrukt hoe gevaarlijk het is om blind te vertrouwen en niet kritisch na te denken.

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Biedermann und die Brandstifter: Samenvatting – Scene 1

    • In de eerste scène zit Gottlieb Biedermann in zijn woonkamer en leest de krant. Hij leest over brandstichters die al een tijdje de buurt onveilig maken en roept boos: "Ophangen moet men ze!"
    • Zijn dienstmeisje Anna brengt hem wijn en vertelt over een onbekende man die naar Biedermann vraagt en al uren niet weg wil gaan. Biedermann zegt dat ze hem weg moet sturen, maar de vreemdeling komt toch binnen. De man stelt zich voor als Josef Schmitz, een werkloze worstelaar, en vraagt om onderdak en bescherming tegen de regen buiten. Hij zegt dat hij alleen wat menselijkheid wil.
    • Biedermann geeft hem brood en wijn. Tijdens hun gesprek zegt Schmitz dat hij het eens is met Biedermann over de brandstichters. Hij vertelt dat de laatste circus waar hij werkte is afgebrand en vraagt of hij een paar dagen mag blijven. Biedermann stemt toe en Schmitz prijst zijn goedheid.
    • Kort daarna wil Knechtling, een voormalige werknemer van Biedermann, hem spreken. Door zijn ontslag heeft Knechtlings familie geldproblemen en hij wil zijn oude baan terug. Biedermann wijst hem hard af en zegt dat hij zichzelf maar moet ombrengen.

    Slide 12 - Tekstslide

    Huiswerk: szene 1 (blz,18-20)
    - Welke antwoord krijgt B op zijn vraag of S echt geen brandstichter is?
     
    - Het koor treedt op. Noem drie dingen die het koor benadrukt:

    Slide 13 - Tekstslide

    Biedermann und die Brandstifter: Samenvatting – Scene 2

    In tegenstelling tot Biedermann, is zijn vrouw Babette bang voor de nieuwe gast Josef Schmitz. Ze vraagt haar man om hem de volgende ochtend weg te sturen. Schmitz merkt dat hij niet welkom is en spreekt Babette hier direct op aan. Hij weet haar medelijden te wekken, waardoor ze hem uiteindelijk toch laat blijven.
    Schmitz vertelt daarna over zijn vriend Willi Eisenring, die ook onderdak zoekt. Willi was vroeger hoofdober in een restaurant voordat het afbrandde. Plotseling belt er een man in een net pak aan de deur en zegt dat hij van de brandverzekering is.

    Slide 14 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 3

    's Nachts wordt Biedermann gewekt door harde geluiden: Schmitz en zijn vriend sjouwen vaten naar de zolder. Biedermann, geïrriteerd door het lawaai, eist dat Schmitz het huis verlaat.
    Daarbij ontdekt hij Willi Eisenring. Hij is boos omdat Schmitz Eisenring blijkbaar zonder toestemming op de zolder heeft ondergebracht.
    Eisenring begrijpt Biedermanns woede en maakt Schmitz ook verwijten dat hij hem niet als gast heeft aangemeld. Wanneer Biedermann ontdekt dat er benzine in de vaten zit, eist hij dat zijn twee bezoekers deze onmiddellijk verwijderen en dreigt hij de politie te bellen.
    Er is al een politieagent in het huis verschenen, die Biedermann vertelt dat Knechtling inderdaad zelfmoord heeft gepleegd. De agent denkt dat Schmitz en Eisenring de werknemers van Biedermann zijn, en Biedermann corrigeert hem niet. Wanneer de politieagent vraagt wat er in de vaten zit, beweert Biedermann dat het haarwater is.

    Slide 15 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 4

    Biedermann begint geleidelijk bang te worden voor zijn gasten, die benzine op de zolder opslaan. Hij besluit hen als vrienden te winnen en nodigt hen uit voor een diner met gebraden gans.

    Wanneer hij naar de zolder gaat, treft hij Eisenring aan, die aan een lont werkt. Hij vraagt naar Schmitz, die naar verluidt op pad is om houtwol te halen, wat goed brandt. Biedermann wil geloven dat het een grap is, maar Eisenring legt hem uit dat de waarheid de beste camouflage is.

    Biedermanns gasten accepteren de uitnodiging voor het diner, omdat ze de volgende dag toch zullen vertrekken, zoals ze zeggen. Nadat Biedermann weg is, komt er een derde man uit een schuilplaats tevoorschijn, die door Eisenring als de Dokter wordt aangeduid. Hij moet de wacht houden terwijl de twee vagebonden van de gebraden gans genieten.

    S. 48. Doktor der Ideologe / Weltverbesserer

    Slide 16 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 5

    Biedermann stuurt eerst de weduwe Knechtling naar zijn advocaat en geeft vervolgens zijn dienstmeisje Anna instructies voor het avondeten. Hij draagt haar op de voorbereidingen eenvoudig en bescheiden te houden, zodat de klasseverschillen met de gasten niet te opvallend zijn.

    De door Babette voor Knechtling bestelde rouwkrans wordt per ongeluk bij Biedermann thuis afgeleverd. Er moet een fout zijn gemaakt, want Biedermanns eigen naam staat erop. De rekening gaat echter naar de weduwe Knechtling.

    Biedermann richt zich tot de kijkers, lezers of luisteraars, en doorbreekt daarmee de zogenaamde een muur tussen het publiek en hem. Hij geeft toe dat Schmitz en Eisenring waarschijnlijk brandstichters zijn en verklaart dat hij vanaf het begin een vermoeden had. "Wat zou u in hemelsnaam hebben gedaan in mijn plaats?" verdedigt hij zich uitdagend.

    Slide 17 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 6

    Tijdens het avondeten is de sfeer uitgelaten. Schmitz en Eisenring spreken openlijk over hun voorbereidingen voor brandstichting, maar Biedermann doet nog steeds alsof dit slechts een test van zijn gevoel voor humor is. Babette daarentegen is geschokt en kan niet lachen om de vermeende grap.

    De gasten willen zich vermaken en vragen om een feestelijke tafel met allerlei pracht en praal. Het dienstmeisje Anna moet al het zilveren bestek tevoorschijn halen, dat eerder was verwijderd, en krijgt een zenuwinzinking.

    Met zijn macabere humor presenteert Schmitz een korte toneelvoorstelling, waarin hij de geest van de overleden Knechtling uitbeeldt. Uiteindelijk geven hij en Eisenring toe dat ze brandstichters zijn. Desondanks blijft Biedermann volhouden dat ze alleen maar grappen maken. Om het dreigende gevaar af te wenden, drinkt hij op broederschap met zijn gasten. Als teken van zijn vertrouwen geeft hij hen bovendien een doos lucifers, waarmee ze uiteindelijk het huis in brand steken.

    Slide 18 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 6

    • S.61 Jedermann, Jedermann = iedereen / eenieder --> is een ander Theaterstück uit 1911: Jedermann is een persoon, is rijk en kan alles kopen. De wereld ligt aan zijn voeten en hij denkt dat zijn dood nog ver weg is. Hij wijst de bedelaar en zijn arme buurman af en luistert niet naar de waarschuwingen van zijn moeder. Op een feest met zijn minnares verschijnt plotseling de dood naast hem. Jedermann smeekt om uitstel en de dood geeft hem één uur. Deze ontmoeting met de dood symboliseert de noodzaak van innerlijke inkeer en zelfreflectie.
    • Biedermann ist Jedermann. Schmitz warnt vor seinem Tod!
    • S65, "Wenn sie Uns schon für Brandstifter halten, warum nicht offen darüber reden?" --> Schmitz speelt met Biedermann, en daagt hem uit. Hij daagt hem uit te zweren dat hij niet denkt dat zij, Schmitz en Eisenring, brandstichters zijn.
    • Phill is een handlanger van de 2 brandstichters. Hij staat voor het ideologische verhaal achter de branden. Hij wil de wereld verbeteren, is geen voorstander van de branden maar: het doel heiligt de middelen. Komt plotseling op aan het einde van het stuk
    • Phill distantieert zich van de 2 brandstichters en zegt tegen Biedermann dat hij van alles op de hoogte was. Maar van een ding niet. Dat ze het uit pure lust deden! 

    Slide 19 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Samenvatting – Scene 6

    • Scene eindigt met Babette die vraag aan Biedermann of zij nu goed zag dat hij Streichhhölzer aan de Brandstifter had gegeven: "wenn die wirklich brandstier wären, du meinst die hätten keine Streichhölzer?"(Biedermann 69)
    • Het huis fikt uiteindelijk af. Je hoort sirenes, knetterend vuur. Het koor(de brandweermannen) doen een laatste terugblik: "Was nämlich jeder voraussieht, lange genug, dennoch geschieht es am End: Blödsinn Der nimmerzulöschende Jetzt, Schicksal genannt"

    Slide 20 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Nachspiel

    • Gottlieb Biedermann en zijn vrouw Babette denken dat ze in de hemel zijn, omdat ze altijd de Tien Geboden hebben gevolgd. Maar zodra de andere personages verschijnen, beseffen ze dat ze eigenlijk in de hel zijn. Schmitz speelt de rol van Beëlzebub en Eisenring is de duivel. 
    • De Meerkatze=Dr Phill selecteert alle mensen en is een soort poortwachter voor de Hel" "Du sollst dich nicht Töten" S. 77.
    • Biedermann probeert zichzelf intussen vrij te pleiten van schuld voor de brand die de hele stad verwoestte. Hij zegt dat hij alleen maar deed wat alle andere burgers ook deden. Hij vraagt zelfs om een schadevergoeding voor wat hij heeft meegemaakt. 
    • Biedermann geeft aan, dat als hij geen streichhölzer hat gegeven iemand Andes dat wel had kunnen doen. Iedereen heeft ze of had ze kunnen geven. S.81
    • Biedermann geeft aan dat ze nooit "zu irgendeinem Verdacht" hatten. S.82 

    Slide 21 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Nachspiel

    • De duivel blijkt Eisenring te zijn en Beelzebub is Schmitz. 
    • De duivel vertelt hem dat er een conflict is tussen hemel en hel. De hemel heeft amnestie verleend aan alle belangrijke personen. Iedereen die een uniform droeg tijdens het doden, is gered. S.83 "Es uit möglich, sagt er, sehr möglich, dass niemand mehr in die Hölle gelassen wird. Von heut an. Verstehst du: Überhaupt niemand mehr."

    • Alleen gewone burgers, intellectuelen, kleine criminelen en dienstweigeraars worden naar de hel gestuurd. Daarom gaat de hel in staking en stuurt al het personeel terug naar de aarde. 
    • Beelzebub en Figur(duivel) besluiten weer naar de aarde te gaan en de Hel te laten blussen(dicht te gooien)
    • De hel wordt geblust door het Chor, de brandweermannen. 
    • Voordat Beelzebub en Figur(duivel) vertrekken op hun Fahrräder geven ze opdracht aan de meerkat: "Damit ich es nicht vergesse, Doktor(zo wordt die ook wel genoemd omdat het natuurlijk Dr. Phill is) Hier werden keine Seelen mehr angenommen. Sagen Sie den braven Leutchen, die Hölle streikt. Und wenn ein Engel uns sucht, sagen Sie, wir sind auf der Erde. S.93
    • Aan het einde, is de stad "wiedererstanden". "Wiedererstanden aus Trümmern und Asche" S94, aldus het Chor. "Schöner denn je, Reicher denn je, Turmhoch-modern Alles aus Glas und verchromt, aber im Herzen die alte, Halleluja"




    Biedermann en Babette blijven geloven in verlossing, knielen en wachten op hun redding.

    Slide 22 - Tekstslide

    Biedermeier en de Brandstichters: Nachspiel

    • Aan het einde, is de stad "wiedererstanden". "Wiedererstanden aus Trümmern und Asche" S94, aldus het choreograaf. "Schöner denn je, Reicher denn je, Turmhoch-modern Alles aus Glas und verchromt, aber im Herzen die alte, Halleluja"

    • Biedermann en Babette blijven geloven in verlossing, knielen en wachten op hun redding.
    "Gottlieb!
    Was denn?
    Glaubst du, wir sind gerettet?
    Ich glaub schon..."

    Die Orgel Schwillt, Biedermann und Babette knien, der Vorhang fällt.

    Slide 23 - Tekstslide


    Klassische (geschlossene Form
    Es hat 5 akten / stufen
    1. Die Expositon = Anfang des Dramas
    2. die Steigerung 
    3. den Höhepunkt
    4. ein eventueller Ausweg aus der Katastrophe (retardierende Moment)
    5. die. Katastrophe





    Epische Theater(offene Form)

    • Das epische Theater hat eine offene Form. Das heißt, es gibt keine fünf Akte wie im klassischen (aristotelischen) Drama. 
    • V-effekt -> Verfremdungseffekt
    • Publikum nicht mitfühlen sondern Distanz zum geschehen und zu den Figuren.
    • Publikum kritischen Denken / Welt verbessern
    • Offene form, Abkehr von strikten Aufbau
    • Offene form: freier aufgebaut, Nebenhandlungen, häufiger Ortswechsel, unterschiedliche Sprachstile der handelnden persoenen und viele Zeitsprünge 


    Theorieën over Drama

    Slide 24 - Tekstslide

    V-effekt -> Verfremdungseffekt:
    • Doorbreken van wat normaal is
    • lezer of toeschouwer wordt wakker geschud
    • vervreemd met het eigenlijk werk.
    • Modernistiche
    • Voorbeelden: rechtstreeks praten tot de toeschouwer
    • Vertraging of een versnelling, de tijd binnen een boek.
    • Verhaal binnen een verhaal --> raamvertellingen
    • Een perosnage of schrijver onderbreekt een boek of toneelstuk. (Multatuli is een voorbeeld)

    Theorieën over Drama: V-effekt -> Verfremdungseffekt

    Slide 25 - Tekstslide

    Tragödie - Komödie?
    • Eine Tragödie hat oft (eine geschlossene) Handlung und ein trauriger Vibe. Die/der Held*in gerät in einen unlösbaren Konflikt, der meist in einer Katastrophe oder/und dem Tod mehrerer Figuren endet. 
    • Die Komödie hat (oft) eine offene Handlung, in der die/der Held*in durch Zufall oder Naivität in einen lösbaren Konflikt gerät. Eine Komödie endet glücklich.
    • Kombi?--> Eine Tragikomödie ist eine Form des Dramas, in der sowohl tragische als auch komische Elemente vereint werden. 

    Slide 26 - Tekstslide

    3 - Interpretaties
    • Luft: stelt de vraag: waar gaat het stuk over? Waar refereert Frisch naar?: "Hitler Krieg, Teufelsbombe(atoombom), demokratische Duldsamkeit."

    • Eisenbeis: Ist das eine Komödie? "kein komisches Thema. Deshalb ist dieses Stück eher ein Trauerspiel mit komischem Einschlag".........."Komödie des Untergangs"

    • Jurgensen: 
    - Frisch meint: Keinen Sinn mehr um zu erklären warum!! Geen zin meer om alles te verklaren!
    - " Bei Frisch wird Schuld zur eigentlichen Voraussetzung des entfesselten Wahnsinns" --> "Biedermanns Unfähigkeit, die eigene Schuld und Mitschuld an den Geschehnissen anzuerkennen, lässt die Situation außer Kontrolle geraten."
    - Keine Komödie, eine Tragödie mit komischem Einschlag --> Tragikomödie?

    Slide 27 - Tekstslide

    Leerdoelen Literatur – Biedermann 

    • Je kent de inhoud, opbouw en personen (hoofd en bijfiguren) van het stuk “Biedermann und die Brandstifter” van Max Frisch. 
    • Je kan de inhoud van dit stuk met je eigen woorden samenvatten. (in het Nederlands) 
    • Je kan enkele figuren van dit stuk nader beschrijven met behulp van citaten. 
    • Je kan je eigen mening over de handelwijze van de personen in het stuk uitdrukken. 
    • Je kent de kenmerken van een drama. 
    • Je kan zelfstandig opgezochte informatie in je eigen interpretatie gebruiken.  (Frisch, Brecht en de “Jedermann” van H.v.Hofmannsthal) 
    • Je kan de begrippen tragedie en komedie op dit stuk toepassen. 
    • Je kan verschillen van dit drama met de dramen van Aristoteles en Brecht benoemen. 
    • Je kan je eigen mening over dit drama formuleren (in het Duits) 
    Tijdens de toets mag je volgende dingen gebruiken: 
    Het boekje (kopie) 
    Woordenboeken N-D en D-N 
    Je eigen aantekeningen uit de les (schrift!) 
     
    Laat je schrift in de laatste les voor de toetsweek zien aan je docent. 
     
     

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Tekstslide

    Ende

    Slide 30 - Tekstslide