Basisstof 6; Spieren en Beweging

Goedemiddag
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Aan het werk
2. Basisstof 6

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 5 Spieren en Bewegen
5.6.1 Je kunt de bouw en functie van glad spierweefsel en dwarsgestreept spierweefsel beschrijven.
5.6.2 Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.
5.6.3 Je kunt de effecten van training, revalidatie en dopinggebruik uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Drie type spierweefsel bij de mens

Glad spierweefsel
Dwarsgestreept spierweefsel
Hartspierweefsel

Slide 5 - Tekstslide

Glad spierweefsel
elke cel een celkern
In de huid en de wand van buisvormige of holle organen

Contractie verloopt trager maar raken minder snel vermoeid.

Slide 6 - Tekstslide

Dwarsgestreept spierweefsel
bestaat uit spiervezels
Ontstaan door samensmelten van vele 
spiercellen
De meeste zitten vast aan het skelet

Contractie snel, maar snel vermoeid

Slide 7 - Tekstslide

Skeletspieren

Slide 8 - Tekstslide

De spierbundel bestaat uit spiervezels. 
Op de spiervezels zitten motorische eindplaatjes ; uiteinde van de vertakkingen van een axon van Motorische neuron.

motorische eenheid;  motorische neuron samen met alle spiervezels die met motorische eindplaatjes zijn verbonden met dat neuron

Slide 9 - Tekstslide

Myofibril; bestaat uit een groot aantal eiwitten --> filamenten
Filamenten bestaan uit actine (dunne filamenten) en myosine (dikke filamenten)

De filamenten liggen gerangschikt in een sacromeer

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er als een impuls op een motorisch eindplaatje komt?
Neurotransmitters gaan binden aan de receptoren van de spieren.
De spier trekt samen.
Myosine en Actine schuiven in elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Contractie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Krachttraining VS Duurtraining
Langzame spiervezels: veel mitochondriën, goed doorbloed, raakt niet snel vermoeid. 
Snelle spiervezel; minder mitochondriën, minder doorbloed, sneller vermoeid.

Uithoudingsvermogen. 

Slide 15 - Tekstslide

Doping
anabole steroïden, zorgen voor de aanmaak van spierweefsel. 

Meer uithoudingsvermogen.

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?
Zelfstandig werken, maak opdracht 65 tot en met 71.

Slide 17 - Tekstslide