+ Ik ken de achtergronden van het ontstaan van de barok: reformatie & contrareformatie.
+ Ik kan een kunstwerk uit de barok analyseren.
Verloop van de les:
- huiswerkopdrachten
- uitleg
- verwerkingsopdrachten/kunstanalyse
Slide 3 - Tekstslide
kritiek op de kerk van Rome
paus= rijk en machtig.
leeft als een vorst
eenvoudig leven ?
celibaat ?
aflatenhandel
roep om verandering in katholieke kerk: reformatie.
Ontstaan protestantisme. Keert zich af van de katholieke kerk.
Slide 4 - Tekstslide
contrareformatie
concilie van Trente (1545-1563)
- hervormingen binnen de katholieke kerk.
- kunst middel om het volk te raken.
Slide 5 - Tekstslide
Barok
Concilie van Trente: kunst een middel om bijbelverhalen aan het volk over te brengen.
In tegenstelling tot de renaissance: minder een ideaalbeeld, minder afstandelijk.
De barok: meer realisme en dramatische effecten, om de kunst dichter bij de mensen te brengen.
Slide 6 - Tekstslide
Michelangelo
Bernini
Slide 7 - Tekstslide
Barok
Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) de belangrijkste vernieuwer in de beeldhouwkunst.
Meer dramatische en levensechte beelden: 'echte' mensen
Slide 8 - Tekstslide
Barok
Caravaggio (1571-1610) ontwikkelt een nieuwe schilderstijl die zeer realistisch is.
Gebruik van grote licht-donker effecten (clair-obscur) om een dramatisch effect te bereiken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Barok
overdaad van vorm
heftigheid van gevoelsuitdrukking/emotie
dynamiek-beweging
realisme
alle terreinen van de cultuur: architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en muziek.
Slide 12 - Tekstslide
verwerking 1
De schilderijen van Caravaggio en Gentileschi zijn typisch voor de barok. Noem een barok kenmerk van de voorstelling en een barok kenmerk van de vormgeving die in beide schilderijen voorkomen.
Slide 13 - Tekstslide
verwerking 2
In deze twee beeldhouwwerken van Bernini zijn de kenmerken van de barok goed zichtbaar.
Noem drie barokke kenmerken die in beide voorkomen.
Slide 14 - Tekstslide
1-minute paper
Wat is het belangrijkste dat je in deze les geleerd hebt?