1 havo H2 Spelling werkwoorden VT EXTRA

H2 Spelling
Werkwoorden VT
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H2 Spelling
Werkwoorden VT

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:


Korte terugblik werkwoordspelling TT

Werkwoordspelling VT

Oefeningen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hij ... (fietsen, VT) naar huis.
A
fietsde
B
fietsdde
C
fietste
D
fietstte

Slide 7 - Quizvraag

De voetballer ... (schoppen, VT) de bal in het publiek.
A
schopte
B
schoptte
C
schopde
D
schopdde

Slide 8 - Quizvraag

De buurman ... (eten, VT) een pizza.
A
eette
B
eete
C
at
D
att

Slide 9 - Quizvraag

De poes ... (mauwen, VT) de hele nacht.
A
mauwte
B
mauwde
C
mauwdde
D
mauwtte

Slide 10 - Quizvraag

Hij ... (starten, VT) al vroeg vanmorgen.
A
startte
B
starte

Slide 11 - Quizvraag

De tuinman ... (planten, VT) de roos in de voortuin.
A
plantte
B
plante

Slide 12 - Quizvraag

De jager ... (schieten, VT) op een hert.
A
schiette
B
schiete
C
schootte
D
schoot

Slide 13 - Quizvraag