Les 3 Huiswerk en omrekenen

Huiswerk
Gevarensymbolen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk
Gevarensymbolen

Slide 1 - Tekstslide

Welke gevarensymbolen heb jij gevonden?

Slide 2 - Open vraag

Omrekenen
Oefenen

Slide 3 - Tekstslide

centrale eenheid

Slide 4 - Tekstslide

Een voorvoegsel zegt iets over de meetwaarde, net als de eenheid.
Bijvoorbeeld: de afstand is 20 kilometer

Meter is de eenheid, deze hoort bij de grootheid afstand. Deze eenheid zegt iets over de meetwaarde.
Het voorvoegsel, kilo, zegt ook iets over de meetwaarde. Kilo betekent x 1000.
In het voorbeeld gaat het dus over 20000 meter!

Slide 5 - Tekstslide

Omrekenen...
A
kan ik echt nog niet!
B
kan ik, maar kost veel moeite.
C
zou wel moeten lukken.
D
is een makkie!

Slide 6 - Quizvraag

Omrekenen

200mm=.....cm
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 7 - Quizvraag

Je kunt kilogram omrekenen naar gram.
5 kilogram is:
A
50 g
B
500 g
C
5000 g
D
50 000 g

Slide 8 - Quizvraag

8000 m = ..... km
A
8000000 km
B
8 km
C
0,008 km
D
80 km

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorvoegsel bij een eenheid?
(Kies het meest juiste antwoord)
A
Extra informatie die niet zo belangrijk is
B
Extra informatie die iets zegt over de grootheid
C
Extra informatie die iets zegt over de eenheid
D
Extra informatie die iets zegt over de meetwaarde

Slide 10 - Quizvraag

Omrekenen: 7 hg is ...
A
70 dg
B
700 dg
C
7000 dg
D
70000 dg

Slide 11 - Quizvraag