Comparatief en superlatief

Comparatief en superlatief
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Comparatief en superlatief

Slide 1 - Tekstslide

Comparatief
Zet de woorden in comparatief

Slide 2 - Tekstslide

Warm

Slide 3 - Open vraag

Leuk

Slide 4 - Open vraag

Interessant

Slide 5 - Open vraag

Duur

Slide 6 - Open vraag

Goed

Slide 7 - Open vraag

Mooi

Slide 8 - Open vraag

Knap

Slide 9 - Open vraag

Groot

Slide 10 - Open vraag

Stoer

Slide 11 - Open vraag

Vaak

Slide 12 - Open vraag

Veel

Slide 13 - Open vraag

lief

Slide 14 - Open vraag

Ver

Slide 15 - Open vraag

Vies

Slide 16 - Open vraag

Sportief

Slide 17 - Open vraag

Snel

Slide 18 - Open vraag

Moeilijk

Slide 19 - Open vraag

Klein

Slide 20 - Open vraag

Laag

Slide 21 - Open vraag

Stom

Slide 22 - Open vraag

Boos

Slide 23 - Open vraag

Weinig

Slide 24 - Open vraag

Blij

Slide 25 - Open vraag

Lelijk

Slide 26 - Open vraag

Rood

Slide 27 - Open vraag

Superlatief
Zet de woorden in superlatief
(groot - grootste)

Slide 28 - Tekstslide

Leuk

Slide 29 - Open vraag

Goed

Slide 30 - Open vraag

Weinig

Slide 31 - Open vraag

Goedkoop

Slide 32 - Open vraag

lief

Slide 33 - Open vraag

veel

Slide 34 - Open vraag

makkelijk

Slide 35 - Open vraag