Oefening 3: De positief, comparatief en superlatief
Opdracht: Maak nu zelf zinnen met bijvoeglijke naamwoorden in de positief (even ... als), de comparatief (... dan) en de superlatief (de / het ...).
Bijvoorbeeld: klein - enthousiast - raar - ver - kwaad - veel - goed - logisch - serieus - graag - vies - traag - smal - hoog - knap - goedkoop - wit - problematisch - raar
Feedback: Lever de opdracht in.