In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Grammatica woordsoorten §6
1hv
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Na deze les weet je wat een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord zijn en kun je ze aanwijzen in de zin.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een werkwoord?
Slide 3 - Woordweb
Noteer de werkwoorden uit de zin: De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het belangrijkste ww? 'De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.'
A
zou
B
hebben
C
geverfd
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit waarom 'geverfd' het belangrijkste werkwoord in deze zin is
Slide 6 - Open vraag
Theorie
Slide 7 - Tekstslide
Zelfstandig werkwoord
Geeft aan wat het onderwerp 'doet'.
Er zit altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.
Is het belangrijkste werkwoord van een zin.
Je kunt het niet weglaten in de zin.
Eén werkwoord in de zin? Dan is dat altijd het zww.
Ik loop naar school.
Ik ben naar school gelopen.
Slide 8 - Tekstslide
Hulpwerkwoord
Helpt het zelfstandig werkwoord in de zin.
Er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in een zin zitten.
Meer dan één werkwoord in de zin? Dan is de pv hulpwerkwoord.
Je kunt hulpwerkwoorden uit de zin weglaten (en dan kun je de zin nog begrijpen).
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.
Slide 9 - Tekstslide
De schilder zouhet raam donkergroen hebben geverfd.
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd. De schilder heeft het raam donkergroen geverfd. De schilder heeft het raam donkergroen geverfd. De schilder verft het raam donkergroen.
Slide 10 - Tekstslide
Snap je het?
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Wat is het zelfstandig werkwoord? Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het hulpwerkwoord? Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.