Het puberbrein Deel 1

Het puberbrein
ROC Nijmegen Pedagogisch werk
Pleun IJsebaert
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het puberbrein
ROC Nijmegen Pedagogisch werk
Pleun IJsebaert

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet wat het verschil tussen de puberteit en adolescentie.
  • Je maakt kennis met de werking van de hersenen.
  • Je kent de invloed van hormonen. 
  • Maak kennis met de ontwikkelingen op emotioneel en sociaal vlak.
  • Je krijgt kennis over het risico gedrag bij adolescenten. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • ''Adolescentie en puberteit''
  • Wat gebeurt er in de hersenen
  • Hormonen
  • Wat betekent dit voor het gedrag
  • Emotioneel gedrag
  • Sociaal gedrag
  • Risico gedrag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Ik vond dit filmpje en dacht misschien kan ik hier nog wat over verwerken in de powerpoint? Ik weet alleen niet zo goed wat.
Adolescentie en puberteit
  • Puberteit: Seksuele/lichamelijke volwassenwording
    > Lichamelijke verandering
    > 10-14 jaar
  • Adolescentie: Overgangsfase tussen kind en volwassene
    > Sociale veranderingen
    > 10-22 jaar
! Let op het verschil

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij wie begint de ontwikkeling in de adolescentie (over het algemeen) eerder?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 6 - Quizvraag

Meisjes/vrouwen beginnen meestal 1/2 jaar eerder met de puberteit. 

Start puberteit
Meisjes gemiddeld bij 10,5 jaar (tussen 9 en 12)
Jongens gemiddeld bij 11 jaar (Tussen 9 en 13)

Wat gebeurt er in de hersenen?
  • Hypothalamus: Belangrijk hersengebied.
  >  Maakt stofje aan: GnRH.
  • Hypofyse:  Schakel tussen het
centrale zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
  >  Maakt geslachtshormonen aan 
  • Prefrontale cortex: 'Het verstandige gedeelte' 
  >  Niet af.
  >  Pubers overgevoelig voor emoties puberteit. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
  • Sturen ontwikkeling hersengebieden aan.
    > Tempo verschilt 
    > (Nog) geen efficiënte verbindingen
  • Stormachtige ontwikkeling door allerlei prikkels
    > Zintuigelijke, cognitieve, emotionele en sociale prikkels
  • Geslachtshormonen: lichamelijke ontwikkeling
    > Roept reacties op: stemmingswisselingen, onzekerheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit voor het gedrag? 

Gevolgen voor:
  • Cognitieve vaardigheden (Hoe iemand leert)
  • Emotioneel gedrag
  • Sociaal gedag
  • Creatieve vermogens

--> Emotioneel en sociaal gedrag

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotioneel gedrag
  • Orbifrontale cortex: raakvlak tussen nadenken en emotie. 
  • Tijdens ontwikkeling: impulsief handelen, risicovol, gericht op directe bevrediging.  
  • Missen het 'onderbuikgevoel'.
  • Het pleziercentrum: dopamine bij (mogelijke beloning)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij al eens iets gedaan waar je later spijt van had?
JA
NEE

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal gedrag
  • Morele keuzes(normen en waarden) met het oog op leeftijdsgenoten
  • Toenemend vermogen bij tieners om zich in een ander in te leven.
  • Verliefd worden, vriendschappen aangaan, rekening houden met anderen. 
  • Morele dilemma's doorlopen verschillende fasen;

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende fasen
tot 10 jaar
Accepteren regels ouders. Denken er verder niet over na. beloning en straf. 

Tussen 10 en 12 jaar
Houden rekening met anderen. Voor wat hoort wat. 

Tussen 12 en 14 jaar
Vormen eigen morele mening. Geïnteresseerder in anderen.

Vanaf 14 jaar
Krijgen oog voor algemene en maatschappelijke belangen. 'Helikopterview' 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Ik wil uit dit fragment denk ik een stukje laten zien op het begin als inkomer. 
Risico gedrag
  • Korte termijnbeslissingen, risico's en onbezonnen reacties.
  • Lange termijn gerichtheid pas tussen 20-25 jaar
  • Over gevaar nadenken maar niet voelen. 'onderbuikgevoel'. 
  • Gevoelig voor beloningen/waardering (van anderen)
  • Onzekerheid > erbij horen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van risicogedrag.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij al eens iets gedaan wat (achteraf gezien) risicovol was

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wat is het verschil tussen de puberteit en adolescentie.
  • Ben je meer te weten gekomen over de werking van de hersenen?
  • Ken je de invloed van hormonen?
  • Ken je de verschillende fasen bij sociaal gedrag?
  • Weet je wat er met risicogedrag bedoeld wordt en heb je een voorbeeld?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies