In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Politiek en beleid
Boekje politiek en beleid.
Kijk voor de onderwerpen in
magister
Slide 1 - Tekstslide
- parlementaire democratie
- Eerste en Tweede Kamer
- Verkiezingen
- Wetsvoorstellen
- De Nederlandse overheid (3 bestuurslagen)
- Democratie en dictatuur
- Grondrechten
Slide 2 - Tekstslide
Parlementaire democratie
Nederland is een parlementaire democratie.
Het volk stemt op volksvertegenwoordigers. Zij nemen voor ons de beslissingen.
uitleg
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken van de parlementaire democratie en de dictatuur
Slide 4 - Tekstslide
Parlement die is gekozen door de burgers.
Vrije en geheime.
Eén persoon of partij.
Persvrijheid.
Censuur
Niet vrij en geheim. Vaak één partij.
Slide 5 - Sleepvraag
In de Nederlandse democratie:
A
beslist het volk in een referendum over belangrijke onderwerpen
B
kiest de bevolking vertegenwoordigers die de besluiten nemen
C
mogen inwoners over iedere nieuwe wet stemmen
D
nemen ambtenaren de belangrijkste beslissingen
Slide 6 - Quizvraag
Welke drie machten worden er gescheiden bij de trias politica?
A
Wetgevende, wetmakende en rechtsprekende macht
B
Wetgevende, plichtgevende en uitvoerende macht
C
Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
Slide 7 - Quizvraag
Tekst 2
Verkiezingen
In Turkmenistan, een land in centraal Azië, worden presidentsverkiezingen gehouden. Hoewel er acht kandidaten zijn, staat vast dat president Berdimoechamedov herkozen wordt. Berdimoechamedov is behalve president ook premier, opperbevelhebber van het leger en leider van de enige politieke partij in Turkmenistan. Hij kwam in 2007 aan de macht, na het overlijden van zijn voorganger Nijazov.
Slide 8 - Tekstslide
Lees tekst 2. Er bestaan verschillende politieke systemen in de wereld. Welke staatsvorm herken je in tekst 2.
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Monarchie
Slide 9 - Quizvraag
In Artikel 1 van de Grondwet staat...
Slide 10 - Open vraag
2a. De overheid gebruikt censuur.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 11 - Quizvraag
2b. Er neemt maar één partij deel aan de verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 12 - Quizvraag
2c. Er zijn vrije en geheime verkiezingen
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 13 - Quizvraag
2d. De politieke macht ligt bij het parlement.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 14 - Quizvraag
Tekst 2: Censuur
Slechts mondjesmaat komt er informatie vanuit Libië, waar geen vrije pers bestaat. JANA, het Libische staatspersbureau, meldde vandaag slechts dat Khadafi-aanhangers demonstreerden. Khadafi is sinds 1969 aan de macht in Libië en heeft de absolute macht. Maandag riepen oppositiebewegingen in ballingschap vanuit het buitenland op tot het aftreden van Khadafi en zijn regering.
Slide 15 - Tekstslide
3. Tekst 2 gaat over de situatie in Libië in maart 2011, toen Khadafi nog aan de macht was. Er bestaan verschillende staats- en regeringsvormen in de wereld. Welke staats- of regeringsvorm is te herkennen in tekst 2?
A
democratie
B
dictatuur
C
monarchie
D
republiek
Slide 16 - Quizvraag
75 zetels
150 zetels
76 zetels
Direct gekozen door het volk
Indirect gekozen door het volk
Slide 17 - Sleepvraag
Wanneer mag je in Nederland stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen?
Slide 18 - Open vraag
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 19 - Quizvraag
Als je gaat stemmen tijdens verkiezingen noem je dit...
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Activerende kiesrecht
D
Klassenjustitie
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer je samen met een partij meer dan 76 zetels in de Tweede Kamer hebt, dan heb je een
A
Minderheid
B
Meerderheid
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel zetels is hieronder een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
53
B
74
C
75
D
80
Slide 24 - Quizvraag
De VVD deelt flyers uit op straat om zo veel stemmen te krijgen bij de verkiezingen. Waarover gaat dit voorbeeld?
A
Verkiezingscampagne
B
Actievoeren
C
Inspraak
D
Regering
Slide 25 - Quizvraag
De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning
Slide 26 - Quizvraag
Het parlement controleert de regering.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Deze macht kan wetten goedkeuren en uitvoeren.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke mancht
Slide 28 - Quizvraag
Een minister kan zelf wetten schrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
De Tweede Kamer kan wetten schrijven en goedkeuren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamer stemt
Eerste Kamer stemt
Wet wordt aangenomen.
Koning en Minister tekenen.
Wet komt in Staatscourant.
Slide 31 - Sleepvraag
Het indienen van nieuwe wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement
Slide 32 - Quizvraag
Het aanpassen van bestaande wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement
Slide 33 - Quizvraag
Wie kan een wetsvoorstel indienen?
A
Eerste Kamerlid en Tweede Kamerlid
B
Minister en Eerste Kamerlid
C
Koning en Minister
D
Minister en Tweede Kamerlid
Slide 34 - Quizvraag
Waar komen de nieuwe wetten komen te staan?
Slide 35 - Open vraag
Op Eerste Kerstdag houdt Koning Willem-Alexander een kersttoespraak.
Wie is verantwoordelijk voor de uitspraken in de kersttoespraak van de Koning?
A
de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken
B
de Koning zelf
C
de minister-president en de ministers
D
het Nederlandse parlement
Slide 36 - Quizvraag
Kenmerken van de rechtsstaat
Er is rechtsgelijkheid
Alle burgers hebben grondrechten
Slide 37 - Tekstslide
Grondrechten
In Nederland hebben de burgers grondrechten: Alle dingen die jij mag doen of mag hebben. Deze rechten staan in de
Grondwet.
Slide 38 - Tekstslide
Grondrechten
- Vrijheid van meningsuiting
- Godsdienstvrijheid
- ....
Slide 39 - Tekstslide
1. Gemeenteraad
3 bestuurslagen in de gemeenten van Nederland
2. Burgemeester
3. Wethouders
Slide 40 - Tekstslide
Het dagelijks bestuur bestaat uit de bestuurders van een bestuurslaag die verantwoordelijk zijn met de dagelijkse leiding. Het dagelijkse bestuur van de gemeente is...........
A
Gemeenteraad
B
College van B & W
C
Provinciale staten
D
Commissaris van de koning
Slide 41 - Quizvraag
Wat zijn de taken van de gemeente?
A
Openingstijden van de horeca bepalen.
B
Zorgen voor het milieu.
C
Ruimtelijke ordening (spoorwegen etc.)
Slide 42 - Quizvraag
Bestuurslaag: Provincie
Ruimtelijke ordening
Provinciale wegen
Milieu
Cultuur
Ziekenhuizen
Bereikbaarheid
Slide 43 - Tekstslide
Regering ≠ Kabinet
De regering bestaat uit de Koning en de ministers
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen
2 taken
De regering heeft twee taken. Het overheidsbeleid
-voorbereiden van wetten
-uitvoeren van aangenomen wetten
Slide 44 - Tekstslide
Taken van de regering
De regering (ministers) hebben een aantal taken:
- Bedenken van wetsvoorstellen
- Uitvoeren van nieuwe wetten
Slide 45 - Tekstslide
Taken van de regering
De regering (ministers) hebben een aantal taken:
- Bedenken van wetsvoorstellen
- Uitvoeren van nieuwe wetten
- Jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze op Prinsjesdag aanbieden aan het parlement.
Slide 46 - Tekstslide
Hoe komt een wet tot stand?
Er is een maatschappelijk probleem.
Een minister of Tweede Kamer maakt een wetsvoorstel.
De Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel.
Tweede Kamerleden dienen amendementen in.
De Tweede Kamer stemt over de amendementen en het definitieve wetsvoorstel
De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel. Zij mogen geen aanpassingen maken.
De koning en de verantwoordelijke minister ondertekenen het wetsvoorstel.
De wet wordt gepubliceerd op de website officielebekendmakingen.nl. Hiermee is de wet automatisch van kracht.
Slide 47 - Tekstslide
Een minister kan zelf wetten schrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 48 - Quizvraag
De Tweede Kamer kan wetten schrijven en goedkeuren.