Vmbo-tl herhalingsles
1 / 47
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is politiek?
Slide 5 - Open vraag
Wie zitten er in de regering?
A
Koning en ministers
B
Eerste en Tweede Kamer
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 6 - Quizvraag
Waar staan de belangrijkste wetten van Nederland in?
A
Bijbel
B
Grondwet
Slide 7 - Quizvraag
Vrijheid van meninsuiting is een voorbeeld van een...
A
Plicht
B
Grondrecht
Slide 8 - Quizvraag
Wie zitten er in het parlement?
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers
Slide 9 - Quizvraag
Het parlement mag zelf wetten maken, maar stemt ook over de wetten van de uitvoerende macht. Dit is de ....macht
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
Slide 10 - Quizvraag
Onafhankelijke rechters oordelen of politici en burgers zich aan de wet houden en bestraffen mensen als dat nodig is.
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
Slide 11 - Quizvraag
De regering bestaat uit ministers. Zij schrijven wetten en leggen deze ter goedkeuring voor aan de wetgevende macht, ze zijn ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wetten.
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
Slide 12 - Quizvraag
In een democratie ligt de macht...
A
Bij de burgers van een samenleving.
B
Bij de regering.
Slide 13 - Quizvraag
Waarom noemen we Nederland een parlementaire democratie?
A
NL hebben geen directe invloed op de besluitvorming.
B
NL hebben directe invloed op de besluitvorming.
Slide 14 - Quizvraag
Het jeugdloon moet omhoog. In welke bestuurslaag wordt dit geregeld?
A
Provincie
B
Gemeente
C
Land
Slide 15 - Quizvraag
Je wilt een festival organiseren in jouw buurt. Bij welke bestuurslaag klop je aan?
A
Provincie
B
Gemeente
C
Land
Slide 16 - Quizvraag
In de zwemplassen in jouw regio zitten gevaarlijke algen. Bij welke bestuurslaag klop je aan?
A
Provincie
B
Gemeente
C
Land
Slide 17 - Quizvraag
Om de hoeveel jaar zijn er verkiezingen voor het bestuur van het land, provincie en gemeente?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
Verenigingen
B
Politieke partijen
C
Politieke samenhang
Slide 20 - Quizvraag
Politieke partijen kunnen lokaal meedoen bij gemeenteraadsverkiezingen en bij de provincie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een politiek standpunt als het klimaat verbeteren is een...
A
Conservatief standpunt
B
Progressief standpunt
Slide 22 - Quizvraag
Een politiek standpunt als geen vluchtelingen opnemen is een...
A
Conservatief standpunt
B
Progressief standpunt
Slide 23 - Quizvraag
Jan vindt dat bedrijven mensen met een handicap verplicht moeten aannemen.
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt
Slide 24 - Quizvraag
Voor Geert is het helder: Geen cent meer naar armere landen binnen de Europese Unie.
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt
Slide 25 - Quizvraag
Er moet een speciale belasting op vlees komen. Om welke politieke stroming gaat het?
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
D
Ecologisch
Slide 26 - Quizvraag
De overheid moet verplicht mensen met een migrantenafkomst (bijv. Turks, Antilliaans of Pools) aannemen.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
D
Nationalisme
Slide 27 - Quizvraag
Nederland moet uit de Europese Unie en met minder landen samenwerken.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
D
Nationalisme
Slide 28 - Quizvraag
Wie zitten er in het kabinet?
A
Koning en ministers
B
Eerste en Tweede Kamer
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 29 - Quizvraag
Wie is de voorzitter van het kabinet?
A
De minister president
B
De voorzitter van de Tweede Kamer
C
Een staatssecretaris
Slide 30 - Quizvraag
Hoeveel zetels heeft de Eerste Kamer?
A
70
B
80
C
60
D
75
Slide 31 - Quizvraag
Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
120
C
130
D
100
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor volksvertegenwoordiger?
A
Specialist
B
Kamerlid
C
Kamerzetel
Slide 33 - Quizvraag
Wat zijn de taken van het parlement?
Slide 34 - Open vraag
Wie komt er het vaakst met een wetsvoorstel?
A
Tweede Kamer
B
Minister
C
Eerste Kamer
D
Koning
Slide 35 - Quizvraag
Gaat het om een wetgevende taak of een controlerende taak? "De PvdA stelt een wijziging aan een wetsvoorstel voor."
A
Controlerende taak
B
Wetgevende taak
Slide 36 - Quizvraag
Politieke partijen die samen in het kabinet zitten noemen we de....
A
Oppositie
B
Coalitie
Slide 37 - Quizvraag
Als de Tweede Kamer geen vertrouwen meer heeft in het kabinet, blijft het kabinet alsnog.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Wat is er nodig voordat een onderwerp op de politieke agenda komt?
A
Er moet een maatschappelijk probleem zijn.
B
Burgers mogen er niks van weten, het is namelijk een geheim.
Slide 39 - Quizvraag
Politieke partijen bedenken hun eigen standpunt over het maatschappelijk probleem. In welke fase is dit?
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering
Slide 40 - Quizvraag
De minister of staatssecretaris presenteert zijn wetsvoorstel of maatregel aan het parlement.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering
Slide 41 - Quizvraag
Wat is een compromis?
Slide 42 - Open vraag
De samenleving moet op de hoogte worden gebracht van de aankomende verandering.
A
Agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Beleidsuitvoering
Slide 43 - Quizvraag
Ik voel me voorbereid op de toets.
😒🙁😐🙂😃
