Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2
Nederland als industriële samenleving
Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf :
Kan ik uitleggen waardoor het kwam dat Nederland later industrialiseerde dan Belgie.
Kan ik uitleggen hoe belangrijk infrastructuur en techniek waren bij de industrialisatie.
Kan ik uitleggen wat er veranderde door de industrialisatie aan de arbeidsomstandigheden.
Slide 3 - Tekstslide
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het grote voordeel van de uitvinding van machines zoals de Spinning Jenny?
Slide 5 - Open vraag
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Nederland industrialiseert laat
Pas vanaf 1870
Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
Geen geschikte grondstoffen voor industrie.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe komt het trouwens dat ze in Vlaanderen Nederlands spreken?
Slide 9 - Open vraag
Nederland als
1830 Belgie in opstand
1839 Willem I erkent onafhankelijkheid Belgie
Twente werd het industriele ontwikkelgebied (textiel)
Slide 10 - Tekstslide
1.2 Vervoer en techniek
Voor industrialisatie heb je infrastructuur nodig
==> voor vervoer van grondstoffen en eindproducten
Willem I investeerd veel in infrastructuur (koning koopman)
Liet kanalen graven
1839: eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem
Vanaf 1900 eerste auto's in Nederland
==> vanaf 1860 komt industrialisatie van Nederland op gang
Slide 11 - Tekstslide
Waarom industrialiseert Nederland laat? (meerkeuze)
A
Er is weinig vertrouwen in de industrie
B
De uitvindingen zijn niet bekend in Nederland
C
Er zijn te weinig grondstoffen
D
De Nederlanders hebben niet genoeg geld
Slide 12 - Quizvraag
Aan de slag.....
Ga aan de slag met opdracht 2-5 van de Oriëntatie (pagina 29) en 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van 2.1 (pagina 30-31)
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf :
Kan ik uitleggen waardoor het kwam dat Nederland later industrialiseerde dan Belgie.
Kan ik uitleggen hoe belangrijk infrastructuur en techniek waren bij de industrialisatie.
Kan ik uitleggen wat er veranderde door de industrialisatie aan de arbeidsomstandigheden.
Slide 14 - Tekstslide
Toetsvraag
(2p) Vervoer is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling.
Horen handelsverbindingen via trekvaart, zeilschepen en koetsen vóór of na de periode van de industriële revolutie? Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Tekstslide
Toetsvraag
(2p) Vervoer is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling.
Horen handelsverbindingen via trekvaart, zeilschepen en koetsen vóór of na de periode van de industriële revolutie? Leg je antwoord uit.
De handelsverbindingen horen bij de tijd vóór de industriële revolutie. Alle vervoersmiddelen worden aangedreven door krachten uit de natuur. De tijd na de industriële revolutie kenmerkt zich door vervoersmiddelen die door machines/motoren (trein, stoomschip, auto) aangedreven worden.
Slide 16 - Tekstslide
Hoofdstuk 2
Nederland als industriële samenleving
Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf :
Kan ik uitleggen waardoor het kwam dat Nederland later industrialiseerde dan Belgie.
Kan ik uitleggen hoe belangrijk infrastructuur en techniek waren bij de industrialisatie.
Kan ik uitleggen wat er veranderde door de industrialisatie aan de arbeidsomstandigheden.
In dit hoofdstuk ga je oefenen met het beoordelen van bronnen: hoe bruikbaar zijn ze voor historisch onderzoek?
Maar eerst even een herhaling.......lees 1.1 en 1.2 in stilte!!!
Slide 18 - Tekstslide
Zuidelijk deel van NL
Noordelijke deel van NL
burgers
arbeidsdeling
onafhankelijkheid België
Willem I
werken in de Industrie
a. verbetering infrastructuur
b. veel handel
c. industrie verhuist naar Twente
d. middel van bestaan
e. modern met veel industrie
f. fabriekseigenaren
g. tegenovergestelde van ambachtswerk
Slide 19 - Tekstslide
1.3 Het leven verandert
Met de komst van fabrieken kwamen er andere arbeidsomstandigheden
Om de kosten zo laag mogelijk te houden werkten vooral vrouwen en kinderen in de fabrieken.
Fabrieken gingen geen complete producten meer maken --> Arbeidsdeling.
Op het platteland was er bijna geen werk meer --> Opkomst industrie en machines namen werk over.
Overbevolking in de stad --> Kleine woningen en veel uitbraken ziektes.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Aan de slag.....
m,1. Indien je mijn uitleg moeilijk vindt= lees par 1
2. snap je alles ?= maak paragraaf 1
3. Oefenen met spotprenten? = Maak par 2
timer
10:00
Slide 22 - Tekstslide
Stel= Je moet mbv een prent een beeld geven van de arbeidsomstandigheden van rond 1900. Welke bron gebruiken jullie? Leg je antwoord uit.