4.3 - Schakelingen

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda, rekenmachine en pen op tafel.
1. Open deze LessonUp

2. Pak je aantekeningen van 4.1 en 4.2 erbij en lees deze door. 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda, rekenmachine en pen op tafel.
1. Open deze LessonUp

2. Pak je aantekeningen van 4.1 en 4.2 erbij en lees deze door. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke is NIET noodzakelijk in een stroomkring?
A
Snoer
B
Lampje
C
Batterij
D
Schakelaar

Slide 2 - Quizvraag

Uit welke drie onderdelen bestaat een stroomkring?

Slide 3 - Open vraag

De stroomsterkte is ...

Slide 4 - Open vraag

Het licht in het lokaal staat aan, dus de stroomkring is ...
A
Open
B
Gesloten

Slide 5 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk geleiders

Slide 6 - Woordweb

De stroomsterkte (1) meet je in ampère (2)
A
(1) = I (2) = a
B
(1) = i (2) = A
C
(1) = I (2) = A
D
(1) = i (2) = a

Slide 7 - Quizvraag

Wat is elektrische spanning?

Slide 8 - Open vraag



De spanning (...) wordt gemeten in volt (...)
V
v
U
u

Slide 9 - Sleepvraag

Als je spanningsbronnen in serie schakelt, mag je hun spanningen ...
A
Bij elkaar optellen
B
Van elkaar aftrekken
C
Met elkaar vermenigvuldigen
D
Door elkaar delen

Slide 10 - Quizvraag

4.3 - Schakelingen
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
"Ga jij ze vandaag allemaal beheersen?"
4.3.1 Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
4.3.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
4.3.4 Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
4.3.5 Je kunt de grootte van de stroomsterkte beredeneren in een schakeling.

Slide 12 - Tekstslide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
I
Ampère
A
Spanning
U
Volt
V
Grootheden uit paragraaf 4.1 en 4.2

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen. 
Een schakelschema vertelt je welke onderdelen je nodig hebt en hoe je die met elkaar verbindt. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen. 

Slide 17 - Tekstslide

Stroomsterkte
Hoeveel lading er in één seconde voorbijkomt, noem je de stroomsterkte.

Slide 18 - Tekstslide

Twee soorten schakelingen
- Serieschakeling
- Parallelschakeling

Slide 19 - Tekstslide

SerieschakelingParallelschakeling
- Lampjes in serie (achter elkaar)
- Heeft geen vertakkingen: er is maar één stroomkring.
- De stroom gaat door alle onderdelen.
- Nadeel: één lampje kapot is alle
lampjes uit.
Serieschakeling

Slide 20 - Tekstslide

- Lampjes parallel (naast elkaar)
- Heeft wel vertakkingen: er is zijn
meerdere stroomkringen.
- De stroom splitst zich door de
stroomkringen.
- Voordeel: elke lamp is apart aan en uit te doen.
Parallelschakeling

Slide 21 - Tekstslide

Stroomsterkte meten in serieschakeling
De stroomsterkte in een serie schakeling is overal even groot. 

Je krijgt altijd dezelfde meetwaarde.

Slide 22 - Tekstslide

Stroomsterkte meten in parallelschakeling
De stroomsterkte in een parallelschakeling is niet overal even groot.  Hoe komt dat ...?


Slide 23 - Tekstslide

Hoe komt dat 
De stroomsterkte in een parallelschakeling is niet overal even groot. 

Op plek waar vertakt, splitst de stroom zich. 

Plek 1 en 5 zijn totale stroomsterkte.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serie
B
Parallel

Slide 26 - Quizvraag

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serie
B
Parallel

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serie
B
Parallel

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor soort schakeling is dit?
A
parallel schakeling
B
serie schakeling
C
gemengde schakeling

Slide 29 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de andere twee lampjes als het aangewezen lampje kapot gaat?

Slide 30 - Open vraag

Hoe noem je plek 1 en 6?

Slide 31 - Open vraag

Hoe noem je plek 1 en 6?

Slide 32 - Open vraag

De totale stroomsterkte is 5 A. Op plek 5 en 2 meet je de stroomsterkte dit is 2,5 A. Hoe groot is de stroomsterkte op plek 4?

Slide 33 - Open vraag

Wat gebeurd er met lampje B als lampje A kapot gaat?

Slide 34 - Open vraag

Oefenopdracht 1
Bouw de schakeling van figuur 1. Laat deze controleren door de docent of TOA voordat je verder gaat.

Slide 35 - Tekstslide

Planning 2A
woensdag 26 februari: uitleg 4.2
vrijdag 28 februari: uitleg 4.3 en eerste keer Locktronics 
woensdag 5 maart: hele les oefenen met Locktronics
vrijdag 7 maart: oefenen met Locktronics en uitleg 4.4
woensdag 12 maart: practicum toets 
vrijdag 14 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
woensdag 19 maart: herhalen en oefenen
vrijdag 28 maart: in toetsweek repetitie hoofdstuk 4

Slide 36 - Tekstslide