Workshop H4 "How to use a dictionary"

Workshop T3
"How to use a dictionary"
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo tLeerroute 3Leerroute VTLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Workshop T3
"How to use a dictionary"

Slide 1 - Tekstslide

Learning goals
At the end of this lesson you...
... can determine IF you need a dictionary
... find the appropriate translation of an unfamiliar word

Slide 2 - Tekstslide

The basics
... the words in your dictionary are always in ALPHABETICAL order
... the guide words at the top of the pages show the first and last words on those pages
... be aware of what kind of word you are looking for (noun, verb, adjective?)
... only the root of the word you are looking for will be in your dictionary

Slide 3 - Tekstslide

Zet in alfabetische volgorde:

1. gorilla    2. gorgeous    3. grand    4. group    5. great
A
2 - 1 - 3 - 5 - 4
B
3 - 2 - 1 - 4 - 5
C
1 - 2 - 3 - 4 - 5
D
1 - 3 - 2 - 5 - 4

Slide 4 - Quizvraag

Which word comes first in the dictionary?
A
consider
B
consumer

Slide 5 - Quizvraag

Which word comes first in the dictionary?
A
consult
B
construct

Slide 6 - Quizvraag

Which word comes first in the dictionary?
A
teach
B
teacher

Slide 7 - Quizvraag

Which word comes first in the dictionary?
A
connect
B
constrain

Slide 8 - Quizvraag

Which word comes first in the dictionary?
A
thigh
B
tight

Slide 9 - Quizvraag

Example of how to read a dictionary
1. Het woord dat je moet opzoeken.
2. De uitspraak van het woord.
3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord.
5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 10 - Tekstslide

How to look...
Use the root of the word you are looking for

VERBS
ADVERBS
EXPRESSIONS?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Which of these words is also a verb?
arm - leg - thumb - head - stomach

Slide 13 - Open vraag

Translate: corroborated

Slide 14 - Open vraag

Translate: clamping

Slide 15 - Open vraag

Translate: dumbing down

Slide 16 - Open vraag

Translate: fashioned a way

Slide 17 - Open vraag

Translate: on a shoestring

Slide 18 - Open vraag

Gebruik je woordenboek.
Schrijf de definitie van "disingenuous" op.
timer
1:30

Slide 19 - Open vraag

Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "inconspicuous" op.
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Gebruik je woordenboek.
Schrijf de definitie van "unequivocal" op.
timer
1:30

Slide 21 - Open vraag

WHEN to use your dictionary
* the word is unknown to you
* you are unable to guess the meaning from the rest of the sentence
* it does not look or sound like another word you know

Slide 22 - Tekstslide

Ben je beter geworden in je woordenboek inzetten op je toets?
A
Ja
B
Nee
C
Beetje
D
Weet niet

Slide 23 - Quizvraag