Studenten winnen wedstrijd met hyperloop

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Strategie van deze les:
vragen stellen bij de stukjes tekst

Slide 2 - Tekstslide

kijk naar de tekst.
Waar gaat de tekst over?

Slide 3 - Tekstslide

Luister en lees mee.

Slide 4 - Tekstslide

stu-den-ten
studenten

Slide 5 - Tekstslide

wed-strijd
wedstrijd

Slide 6 - Tekstslide

su-per-snel
super-snel
supersnel
supersnelle

Slide 7 - Tekstslide

hyperloop
spreek uit:
haai-pur-loep
hyperloops

Slide 8 - Tekstslide

ra-zend-snel
razend-snel
razendsnel

Slide 9 - Tekstslide

A-me-ri-ka
Amerika

Slide 10 - Tekstslide

team
spreek uit : tiem
teams

Slide 11 - Tekstslide

u-ni-ver-si-teit
uni-versiteit
universiteit

Slide 12 - Tekstslide

fi-na-le
finale

Slide 13 - Tekstslide

on-der-zee-boot


onderzee-boot
onderzeeboot

Slide 14 - Tekstslide

toe-komst

Slide 15 - Tekstslide

mo-der-ne
moderne

Slide 16 - Tekstslide

racewagen
spreek uit:     rees-waa-gun

Slide 17 - Tekstslide

be-spa-ren
be-sparen
besparen

Slide 18 - Tekstslide

Lees de tekst
?      Ik heb een vraag

Slide 19 - Tekstslide

Kijk in de inleiding
regel       1 t/m 5
Bedenk een vraag bij dit stukje

Slide 20 - Tekstslide

Kijk in het stukje Hyperloop
regel    6 t/m 12
Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 21 - Tekstslide

Kijk in het stukje Wedstrijd

Slide 22 - Tekstslide

Kijk in het stukje Trein van de toekomst
regel   25 t/m 32
Bedenk een vraag bij dit stukje


Slide 23 - Tekstslide

Waar hoort het bij?
Hyperloop of gewone trein?
Schiet door een buis.
A
hyperloop
B
gewone trein

Slide 24 - Quizvraag

Rijd buiten op de rails
A
hyperloop
B
gewone trein

Slide 25 - Quizvraag

Heeft wielen
A
hyperloop
B
gewone trein

Slide 26 - Quizvraag

zweeft
A
hyperloop
B
gewone trein

Slide 27 - Quizvraag

Rijd in drie of vier uur naar Parijs
A
hyperloop
B
gewone trein

Slide 28 - Quizvraag

hyperloop

Slide 29 - Woordweb