Iemand zegt iets zelf (een letterlijke weergave van wat iemand zegt)
Kenmerken:
- Er wordt een dubbelepunt gebruikt, daarna staat wat hij/ zij zegt
- Er staan aanhalingstekens in de zin
Voorbeelden:
Emiel zei kwaad: “Had ik jou maar nooit geloofd!”
De jongen riep nog: “Wacht op mij!”, maar de bus reed weg.