injecteren verkort

injecteren 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

injecteren 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
je kent de aandachtspunten bij:
  • intramusculair injecteren
  • subcutaan injecteren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedienen van medicatie via injectie
Een voorbehouden
handeling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbehouden handeling;
  • kan risico voor de cliënt opleveren
  • gaat door de natuurlijke barrière van het lichaam
  • is in opdracht van een zelfstandige beroepsbeoefenaar;
  • uitvoeringsverzoek
  •  ben ik bevoegd, en bekwaam
  •  werkt volgens recent protocol
  • indicatie, contra indicatie
  • toestemming cliënt, wettelijke vertegenwoordiger

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloedsomloop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Indicatie voor toedienen medicatie per injectie
  • indien de zv niet kan slikken,
  • veel braakt
  • geen voeding of vocht per os mag of kan gebruiken
  • wanneer het geneesmiddel snel moet worden opgenomen
  • wanneer het geneesmiddel door het maagdarm kanaal wordt afgebroken
  • precieze dosering van het medicijn

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen van injecteren
  • onprettig ervaring om geprikt te worden
  • contaminatie via de naald
  • injecteren moet je leren of een ander moet dit doen
  • medicatie berekenen is niet altijd makkelijk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ampullen
  • gesloten glazen buisjes, 1 t/m 20 ml
  • plastic ampullen, 5 t/m 20 ml
  • glazen flesjes met rubberen stop, poeder voor injectie vloeistof (vacuum)
  • Kant en klare injecties, bv heparine

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorafgaand aan injectie
  • bezit ik de kennis een vaardigheden
  • ben ik bevoegd en bekwaam
  • handelen volgens protocol
  • ken ik de indicaties en contra indicaties
  • kan ik handelen in onverwachte situaties
  • uitvoeringsverzoek


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de 5 j's 
Wat controleer je  altijd  voordat je een medicijn geeft? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding zorgvrager
  • bereid de patiënt voor op medicatie toediening
  • doel
  • effect
  • wijze van toediening
  • verwachte werkingsduur 
  • bijverschijnselen e.d.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom s.c. injecteren
  • sneller effect dan orale medicatie
  • als orale medicatie niet mogelijk is
  • het geneesmiddel wordt in het onderhuids bindweefsel gespoten.
  • het medicijn wordt heel langzaam opgenomen in de circulatie
  • hierdoor een constante bloedspiegel over een langere periode, bijvoorbeeld bij insuline, morfine en fraxiparine sc

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injecteertechnieken s.c 
  • het opnemen van de huidplooi
kans om in de spier te prikken is klein
verkleining kans op hematoom en infectie
  • loodrechttechniek
korte Prikweg
minder pijnlijk
kans op beschadigingen klein


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injecteertechnieken s.c 
de schuine techniek
als huid smal en dun is
bij magere mensen
in de naaldopening kijken
belangrijk de lengte van de naald!
te lang->in de spier
te kort->vertraagde en onvolledige opname


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

  • Voor een correcte huidplooi gebruikt u enkel duim en wijsvinger of middelvinger waardoor alleen de huid en het subcutane weefsel worden opgenomen, en niet de spier  
  • De huidplooi wordt gedurende de hele injectie vastgehouden en pas losgelaten nadat de naald verwijderd is. De huidplooi te vroeg loslaten zou alsnog kunnen leiden tot een injectie in de spier. De injectie kan loodrecht of onder 45° gegeven worden.

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Intramusculair injecteren
  • Bij intramusculaire injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in spierweefsel. 
  • De vloeistof
  • wordt sneller (binnen 10 – 20 minuten in de bloedsomloop opgenomen dan na een subcutane injectie. 
  • Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de cliënt de spier te ontspannen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikplaatsen i.m.
  • deltavormige bovenarmspier; 
  • grote bilspier; bovenste buitenste bilkwadrant
  • bovenbeen; middelste buitenste bovenbeenkwadrant

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de zuiger terugtrekken
aspireren doe je alleen bij een injectie in het bovenste, buitenste bilkwadrant

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

desinfectie van de huid
Dit is alleen nodig bij zorgvragers met een verminderde weerstand 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I.m. afhankelijk van een aantal factoren:
  • de grootte van de cliënt
  • de hoeveelheid spierweefsel geschikt voor injectie.
  • de nabijheid van grote bloedvaten en zenuwen.
  • de conditie van de huid in dat gebied.
  • de eigenschappen van het medicament dat ingespoten moet worden.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injecteer nooit in:
  • littekenweefsel
  • plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.
  • verlamde ledematen of ledematen met trombose of oedeem. (mamamputatie)
  • plaatsen met rode of blauwe verkleuringen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Prikaccidenten
  • risico op door bloed overdraagbare aandoeningen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toch geprikt?
  • wondje goed laten doorbloeden
  • reinig aangeprikte deel met water en zeep
  • desinfecteer het wondje
  • raadpleeg zo snel mogelijk een arts -> gamma globuline binnen 36 uur


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies