Injecteren

Injecteren
Theorie VPK
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Injecteren
Theorie VPK

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van injecteren?

Slide 3 - Woordweb

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam
Injecteren
Injecteren = het inbrengen van vocht in weefsels of vaten van het lichaam met behulp van een holle naald.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de reden zijn om te kiezen voor een injectie?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Injecteren kan op verschillende manieren:
  • Intramusculair = i.m. = in de spier 
  • Subcutaan = s.c. = in het onderhuids bindweefsel
  • Intracutaan = i.c. = in de huid
  • Intraveneus = i.v. = in het bloedvat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om te injecteren?
  • Spuit met conus en zuiger
  • Veilige naalden 
  • Ampul of flacon

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar mag je niet injecteren?
In de buurt van grote bloedvaten
Abnormale of veranderde gebieden, zoals:
  • Door vocht (oedeem) gezwollen- of trombosegebied
  • Verlamde ledematen
  • Plaatsen die hard aanvoelen, ontstoken of pijnlijk zijn 
  • Plaatsen met rode of blauwe verkleuringen
  • Een geopereerd of te opereren gebied
  • Een gebied met wondjes, eczeem, littekens en moedervlekken








Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controleren en observeren
Naam en geboortedatum van de cliënt  
Vervaldatum/houdbaarheid  
Vergelijk het medicijn met de toedienlijst:
  • naam van het medicijn 
  • manier van toedienen 
  • dosering  
  • datum en tijdstip van toediening 
  • Voer wanneer nodig de dubbele controle uit

Slide 10 - Tekstslide

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
intramusculair
subcutaan
intraveneus
intracutaan
in de huid
in de ader
in de spier
onder de huid

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subcutaan injecteren
Injectie in het onderhuids vetweefsel waar het door de haarvaten in de bloedbaan wordt opgenomen.
  • Klein risico op raken zenuwen en bloedvaten
  • Kleine hoeveelheden
  • Wisselen van plek ivm bindweefselvorming

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je s.c. injecteren?
  • Loodrecht
  • Huidplooi 
  • Loodrechte huidplooi 

Slide 13 - Tekstslide

  • De loodrechttechniek wordt het vaakst toegepast. De techniek is als volgt: breng de naald loodrecht door het huidoppervlak in.
  • De loodrechte huidplooitechniek wordt vaak voorgeschreven in de bijsluiters van antistollingsmiddelen. Neem een huidplooi op met 2 of 3 vingers.  Breng de naald loodrecht door het huidoppervlak in.
  • Huidplooitechniek: neem de huid op met 2 of 3 vingers. Breng de naald in onder een hoek van 45 graden, halverwege tussen het hoogste en laagste punt van de huidplooi.
Wanneer je kiest voor een bepaalde techniek houd je rekening met?
A
De dikte van het onderhuidbindweefsel
B
De lengte van de naald
C
Het advies van de fabrikant
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subcutane injectieplaatsen
Bovenbeen
Bovenarm
Bil: bovenste buitenste kwadrant
Buik

Slide 15 - Tekstslide

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
Waar spuit je de medicatie bij een subcutane injectie?
A
In de opperhuid
B
In de lederhuid
C
In het onderhuids bindweefsel
D
In de spier

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar mag je niet injecteren?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Intramusculaire injectie
Groter risico op raken bloedvat/zenuw, daarom spuiten op plekken waar grote spierbundels zich bevinden --> de BBB plaatsen:
  • Bovenste Buitenste Bilkwadrant
  • Bovenste Buitenste middenstuk Bovenbeen
  • Zijkant van de bovenarm

Slide 18 - Tekstslide

  • Bloedcirculatie in de spieren is groter
  • Trek de huid strak naar achteren en steek de injectie loodrecht in de huid
Intramusculaire injectieplaatsen
Bovenbeen
Bovenarm
Bil: bovenste buitenste kwadrant

Slide 19 - Tekstslide

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
Hoe kan je i.m. injecteren?
  • Rangeertechniek: huid opzij trekken, bij etsende medicatie
  • Loodrechttechniek of strechtechniek: huid strak trekken

  • Griepvaccin: bovenarm, luchtbel laten zitten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar spuit je de medicatie bij een intramusculaire injectie?
A
In de ader
B
In de huid
C
In de spier
D
In het vetweefsel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de nadelen/gevaren van een injectie?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Wat zijn nu je leervragen over injecteren?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen??

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies