Ch2H

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Chapitre 2

H 

Welk eten heb je geleerd?

Wat hoort er niet bij?

1. l'entrée
2. le dessert
3. le plat principal
4. ouvert

Wat hoort er niet bij?

1. le légume
2. le thé
3. le lait
4. le café

Wat is de juiste spelling

1. Vous mangons des frites.
2. Vous mange des frites.
3. Vous mangent des frites.
4. Vous mangez des frites.

la plage

1. de supermarkt
2. het strand
3. morgen
4. maar

Hoe zeg je dat je honger hebt?

vingt-deux + vingt-quatre

1. 46
2. 56
3. 66
4. 65

34 + 27

1. cinquante-deux
2. cinquante-trois
3. soixante-et-un
4. quarante-six

parce que

1. niets
2. waarom
3. vragen
4. omdat

Hoe zeg je: Ik begrijp het niet

H: de ontkenning (blz.88)

De ontkenning= la négation

De Nederlands woorden niet en geen bestaan in het Frans uit 2 woorden: ne ... pas

Ne staat vóór de persoonsvorm en pas staat er direct na.

Elle mange le pizza.

Elle ne mange pas le pizza. 

Hoe kun je dit onthouden?

Denk aan een broodje hamburger!!

ne & pas zijn de broodjes

de hamburger is de persoonsvorm! 

Je veux un coca.

1. Je veux ne pas un coca.
2. Je ne veux pas un coca.
3. Je pas ne veux un coca.
4. Je ne pas veux un coca.

Hoe maak je deze zin ontkennend?
Je cherche le restaurant.

Elle préfère les pizzas.

Je cherche le chocolat.

Begint een woord met een klinker?

J'achète des fleurs.

Je n'achète des fleurs.

J'aime le chocolat.

Je n'aime pas le chocolat.

Au travail!

Exercices à faire en classe: 31abc

Exercices à faire: 32abc, 33, 34, 35

Let op! Volgende week is de repetitie van het hoofdstuk!