spelling oefenen groep 5

Wat ik verwacht:
1. Als ik praat ben jij stil.
2. Vul jullie eigen namen in.
3. De vragen maak je samen, met je fluisterstem.

Als het ons lukt om binnen de tijd klaar te zijn, dan doen we een leuke afsluiting.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat ik verwacht:
1. Als ik praat ben jij stil.
2. Vul jullie eigen namen in.
3. De vragen maak je samen, met je fluisterstem.

Als het ons lukt om binnen de tijd klaar te zijn, dan doen we een leuke afsluiting.

Slide 1 - Tekstslide

Spellingsregels oefenen.
Doel van de les: 
Oefenen met samengestelde woorden
Oefenen met bakker en jager woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Ik weet wat een samengesteld woord is
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 3 - Poll

We beginnen met een rebus.
Los de rebussen op.
Voorbeeld:
+ stil = muisstil
Typ het hele woord!

Slide 4 - Tekstslide

soep +
Schrijf je antwoord in het hokje hieronder.

Slide 5 - Open vraag

+ tijd

Slide 6 - Open vraag

slag +

Slide 7 - Open vraag

+ mes

Slide 8 - Open vraag

soep +

Slide 9 - Open vraag

Jager en bakker woorden.
Vul de sleepvraag in.
Zet de goede antwoorden op de goede plek. 
De foute antwoorden laat je staan.

Fluisterstem.

Slide 10 - Tekstslide

Er was eens... een ja     er. 
Hij joeg in het bos, maar ving niks. Geen konijn, geen la        etje, nul      pen en zelfs geen ki     er!



timer
2:00
g
gg
m
mm
a
aa
k
kk

Slide 11 - Sleepvraag

Wat had hij een honger! 
Gelu     ig was er een 
bakker   winkel vlakbij het bos. De ja   er kocht daar dus maar een heerlijke wi    e bol met kaas.
timer
2:00
k
kk
s
g
gg
t
tt

Slide 12 - Sleepvraag

timer
1:00
Heb je nog vragen?

Slide 13 - Woordweb

Ik weet nu beter hoe ik de spellingsregels moet toepassen.
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 14 - Poll

JIPPIE! 
We hebben extra tijd over! 
Goed gewerkt allemaal!

Tijd voor wat extra's...

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Onze Limerick
Een jongetje uit Rotterdam
Die had toch eens snot aan zijn kam
Hij keek door de ruit
En ze lachten hem uit
Maar hij zei dat hij uit Snotterdam kwam!

Slide 17 - Tekstslide