231031 MFB bipolair psychose

31-10-23

MFB
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BspMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

31-10-23

MFB

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk MFB  
vraag 1 t/m 15 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Waar kan je informatie over MFB’s vinden?
A
AIS en Informatorium medicametorium
B
AIS en commentaren medicatiebewaking
C
AIS en Medictiebewaking kennisbank
D
AIS en dossiers patientenzorg

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
Naar welke patiëntkenmerken wordt allemaal gekeken in de MFB’s?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3
Wie maken en onderhouden de MFB’s en wat doen zij?

Slide 7 - Open vraag

Geneesmiddelen informatie centrum (CIG = onderdeel van de KNMP en houdt zich bezig met farmacotherapeutische informatie voor apothekers) en stichting Health Base ( leverancier van Pharmacom en het boek commentaren medicatiebewaking) (bron boek FPZ)
De Alphega & Boots apotheek, BENU Apotheken, Pluriplus, (verbonden aan groothandels)Service Apotheek (format voor zelfstandigen),NFZ (Nederlands farmaceutische zorggroep verbindt belangen apothekers en zorgverzekeraars)
en KNMP stellen de Landelijke Set Medisch Farmaceutische Beslisregels (MFB's) samen. (bron kennisbank)

vraag 4
Waar kan je de MFB’s vinden?

Slide 8 - Open vraag

Op de kennisbank zijn is er een tab “ medisch farmaceutische beslisregels’ en een tab’ Landelijke sets MFB’s’ 
Vraag 5
Als het goed is, heb je op de kennisbank 2 bronnen gevonden met MFB’s. Waarom is er naast de set medische farmaceutische beslisregels een landelijke set gemaakt. Wat is het verschil tussen deze sets?
Vraag 6
De landelijke sets worden in alle apotheken in toegepast. Welke ziektebeelden, geneesmiddelen en patiëntkenmerken worden het meest bewaakt in de landelijke set?


Slide 9 - Tekstslide

5. De landelijke sets zijn gemaakt door alle partijen genoemd bij antwoord vraag 3 en de andere zijn gemaakt door de KNMP. De landelijke set heeft veel minder MFB’s en is (vind ik persoonlijk) veel overzichtelijker. Er wordt gekeken naar meerdere persoonlijke kenmerken van de patiënt. De andere set zijn de reguliere medicatiebewakingssignalen herschreven en vervangen deze op termijn ook -> er wordt minder naar kenmerken gekeken

6.Hart- en vaatziekten, nierfunctie, corticosteroïden, antitrombotica
Antwoord Vraag 5 & 6
De landelijke sets zijn gemaakt door alle partijen genoemd bij antwoord vraag 3 en de andere zijn gemaakt door de KNMP. De landelijke set heeft veel minder MFB’s en is veel overzichtelijker. Er wordt gekeken naar meerdere persoonlijke kenmerken van de patiënt. De andere set zijn de reguliere medicatiebewakingssignalen herschreven en vervangen deze op termijn ook -> er wordt minder naar kenmerken gekeken 

Hart- en vaatziekten, nierfunctie, corticosteroïden, antitrombotica, 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Vraag 7
In 2020 komt er een nieuwe set landelijke MFB’s aan. Er wordt daarin goed gekeken drie verschillende farmaco-therapeutische thema’s. Onder andere wordt er gekeken naar het goed gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Welke zijn dit en waarom is er specifiek voor de betreffende geneesmiddelen gekozen?
Vraag 8
Een andere MFB kijkt naar het langdurig gebruik van kortwerkende opioïden. Waarom moet hier naar gekeken worden?



Slide 11 - Tekstslide

7.
DOAC’s, lithium en digoxine ivm smalle therapeutische breedte -> snel over of onderdosering 
8.
Steeds groter wordende problematiek van verslaving aan mn kortwerkende oxycodon

Antwoord vraag 7 & 8 
DOAC’s, lithium en digoxine ivm smalle therapeutische breedte -> snel over of onderdosering  

Steeds groter wordende problematiek van verslaving aan mn kortwerkende oxycodon 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vraag 9 Wat is de functie van de nieren?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vraag 10 waar staan de afkortingen eFGR en Clrcr voor?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12
Leg uit wat een beslisboom is en geef aan of je het een handig instrument vindt.

Slide 15 - Open vraag

Aan de hand van vragen en de daarbij behorende antwoorden kom je uiteindelijk bij het juiste antwoord zonder dat je heel veel achtergrondkennis nodig hebt.
Vraag 13
Bekijk de landelijke MFB nierfunctie; nitrofurantoïne.
Je krijgt het recept van hiernaast
In de computer zie je geen gegevens over de nierfunctie.
Wat doe je?




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13
Bekijk de landelijke MFB nierfunctie; nitrofurantoïne.
Je krijgt het recept van hiernaast
In de computer zie je geen gegevens over de nierfunctie.
Wat doe je?




Slide 17 - Tekstslide

Niets er is geen Clcr bekend en de patiënt is <70 jaar
Vraag 14
Wanneer zou je bij dit recept adviseren om de nierfunctie te laten bepalen?

Slide 18 - Open vraag

Indien de patiënt >70 jaar of er is een verminderde nierfunctie bekend maar deze is langer dan 13 maanden geleden bepaald. 
Mevrouw de Boer komt met het volgende herhaalrecept voor prednison. Zij gebruikt dit voor reuma.
Verder gebruikt zij;
− enalapril
− hydrochloorthiazide
− carbasalaatcalcium

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 15
Zoek de bijbehorende MFB op en geef aan hoe je deze toepast. Geef hierbij ook een eventueel voorstel aan de arts.

Slide 20 - Open vraag

Aangezien mevrouw boven de 70 jaar is en geen osteoporoseprofylaxe gebruikt overleg je met de arts dat er een bisfosfonaat moet worden toegevoegd icm calcium en vitamine D
Bv alendroninezuur 10mg 1dd1
 risedroninezuur 5mg 1dd1
icm calciumcarbonaat +colecalciferol 500/400 1dd1
Let op carbasalaatcalcium is een trombocytenaggregatieremmer

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advies vraag 15 
Aangezien mevrouw boven de 70 jaar is en geen osteoporoseprofylaxe gebruikt overleg je met de arts dat er een bisfosfonaat moet worden toegevoegd icm calcium en vitamine D
Bv 
 alendroninezuur 10mg 1dd1
 risedroninezuur 5mg 1dd1
icm calciumcarbonaat +colecalciferol 500/400 1dd1

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee van de les over MFB's?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les

  • Je weet wat een bipolaire stoornis is, welke gnm erbij worden gebruikt en wat de nadelen zijn van lithium
  • Je weet wat schizofrenie is

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychose en schizofrenie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie

Men spreekt van schizofrenie indien psychoses langdurig of meerdere malen optreedt en minstens 2 van onderstaande symptomen;
- wanen
- hallucinaties
- gedesorganiseerde spraak (bijv. ontsporend of onsamenhangend)
- ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag
- extreem negativisme

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies