Via Vooraf Thema 1 herhaling lezen

LEZEN THEMA 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

LEZEN THEMA 1

Slide 1 - Tekstslide

Een tekst bestaat uit verschillende onderdelen. Welke weet je nog?

Slide 2 - Open vraag

dus we kennen:
De alinea
Het tussenkopje
De titel
Het bijschrift
De bron
De afbeelding

Slide 3 - Tekstslide

je mag het zeggen als ik jouw naam noem...

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

schrijf op welk woord bij welke pijl hoort

Slide 6 - Tekstslide

rood = tussenkopje
zwart = bron
oranje = bijschrift
groen = alinea
blauw = afbeelding
geel = titel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

welk figuur hoort bij welk woord

Slide 9 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6

Slide 10 - Tekstslide

schrijf op welk woord bij welk nummer

Slide 11 - Tekstslide

 titel = 1
alinea = 2
tussenkopje = 3
afbeelding = 4
bijschrift = 5
bron = 6

Slide 12 - Tekstslide

de titel
de afbeelding
de alinea
het bijschrift
het tussenkopje
de bron

Slide 13 - Tekstslide

thema 2 (blz56) 3 (blz 86) 
Je weet nu hoe een tekst eruit ziet.
Een tekst wordt nooit 'zomaar'geschreven!!!!
Elke tekst wordt met een doel geschreven

Slide 14 - Tekstslide

welke teskstdoelen ken je?

Slide 15 - Woordweb

teskstdoelen
                  INFORMATIE GEVEN
          MENING GEVEN
    OVERHALEN
    VERMAKEN

Slide 16 - Tekstslide

INFORMATIE GEVEN:
Een bijsluiter van medicijnen
Een gebruiksaanwijzing
Een brief van DUO
Een lesrooster
Het doel is om jou over een onderwerp iets te vertellen

Slide 17 - Tekstslide

Mening geven
Een brief in de krant.
Een brief aan jou  of een e -mail.
Een recentie over een boek of een film
Een appje.
Iemand wil vertellen wat hij/zij over iets vindt.

Slide 18 - Tekstslide

Overhalen
Reclame van de supermarkt, BCC, Mediamarkt, Blokker, Hema.
Een organistatie die wil dat jij lid wordt of geld geeft.

Iemand wil dat jij doet wat hij/zij heeft bedacht, of dat jij dezelfde mening krijgt.

Slide 19 - Tekstslide

Vermaken
Een stripverhaal
Een grappig verhaal
Een gedicht.
Een boek met een leuk of spannend verhaal.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hoi Karin,

Morgen hebben we afgesproken om samen te wandelen in het bos. Maar ik kan niet om 11 uur. Kan jij ook een beetje later, om twee uur?

Groeten,

Sheefa

Slide 23 - Tekstslide

Dag Paul,

Ik wil je even laten weten dat ik het niet O.K. vind dat jij de hele dag zo dichtbij anderen staat, zonder mondkapje ook nog!
Je moet voorzichtig zijn, want er is een Corona - pandemie. Ik vind dat je nu erg onverantwoordlijk bezig bent.

Groeten, Klaas

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

zie verder Power Point

Slide 26 - Tekstslide

thema 4 lezen (blz 121)
de indeling van een tekst

Slide 27 - Tekstslide

een tekst is verdeeld in 3 stukken. Welke?

Slide 28 - Woordweb

een tekst is verdeeld in:
de inleiding
het middenstuk
het slot

Slide 29 - Tekstslide

inleiding:
Je vertelt waar de tekst over gaat.

"In deze tekst ga ik vertellen over het leven van de kikker. Want dit beestje is echt bijzonder en groeit op een speciale manier"

Slide 30 - Tekstslide

het middenstuk
De belangrijkste informatie.
Soms in een paar alinea's.
Soms in 1 alinea.

Slide 31 - Tekstslide

het  slot
Het slot is aan het einde van de tekst.

Soms vertelt de schrijver waar de tekst over ging. Dit heet een samenvatting. Soms met een mening erbij.
"Nu weten we meer over de verschillende ontwikelingsfases van de kikker. Hopelijk gaan we dit beestje meer waarderen"

Slide 32 - Tekstslide

thema 5: lezen (blz 164)
Onderwerp en hoofdgedachte.
Onderwerp; waar gaat de tekst over (zie je vaak al in de titel).
Hoofdgedachte: wat wil de schrijver over het onderwerp zeggen ? 
De hoofdgedachte kan je in 1 of 2 zinnen vertellen.
Je moet de tekst wel grondig (= helemaal en goed) lezen

Slide 33 - Tekstslide

tekst1) KONIJNEN
wat heb je nodig:
-----------------
---------------
-------------------
Hoeveel graden moet de oven?
------------
Welke salade smaakt er lekker bij?
--------------
tekste 2) KONIJNEN
Hoe leven ze?
------
------
Wat eten ze ?
------
-------
Hoe hou je ze gezond?
-----------

Slide 34 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 1?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het onderwerp van tekst 2?

Slide 36 - Open vraag

hebben tekst 1 en tekst 2 dezelfde tussenkopjes?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

aan de tussenkopjes
zie je dus, dat het onderwerp hetzelfde is.
MAAR:
de hoofdgedachte kan nooit hetzelfde zijn!!!!!

Slide 38 - Tekstslide

tekst 1)
onderwerp: konijnen
staat (vaak) in de titel)

hoofdgedachte = misschien; konijnen smaken heerlijk met een salade van  tomaten
tekst 2)
onderwerp: konijnen


hoofdgedachte = misschien:
konijnen zijn leuke huisdieren, maar ze hebben speciale zorg nodig

Slide 39 - Tekstslide