Dinsdag 19 januari 2021

Dinsdag 19 januari
Programma
09.30 - 10.00 uur Woordenschat
(nieuwe woorden bij thema 17 Geld en werk)

10.00 - 10.30 uur Nieuwsbegrip
(begrijpend lezen)

10.30 - 10.45 uur Pauze

10.45 - 11.00 uur Grammatica
(
voltooid deelwoord herkennen)

11.00 - 11.30 uur Schrijven/luisteren
(verschillende schrijf- en luisteropdrachten maken)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 19 januari
Programma
09.30 - 10.00 uur Woordenschat
(nieuwe woorden bij thema 17 Geld en werk)

10.00 - 10.30 uur Nieuwsbegrip
(begrijpend lezen)

10.30 - 10.45 uur Pauze

10.45 - 11.00 uur Grammatica
(
voltooid deelwoord herkennen)

11.00 - 11.30 uur Schrijven/luisteren
(verschillende schrijf- en luisteropdrachten maken)

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema Geld en werk.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 2 - Tekstslide

het zakgeld
  • geld dat je krijgt van je ouders
  • leren omgaan (=oefenen) met geld
  • gebruiken voor kleding, eten, sparen
  • zin: Ik krijg 40 euro zakgeld per maand.

Slide 3 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
het zakgeld

Slide 4 - Open vraag

maandelijks
  • elke/iedere maand
  • per maand
  • huur, telefoonabonnement, belasting
  • zin: Mijn telefoonabonnement kost maandelijks 20 euro.

Slide 5 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
maandelijks

Slide 6 - Open vraag

de bank
  • meubel om op te zitten
  • bedrijf dat in geld handelt
  • geld op de bank zetten = geld sparen
  • zin: Ik ga geld pinnen bij de bank.

Slide 7 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de bank

Slide 8 - Open vraag

winnen
  • de winnaar zijn
  • de beste zijn
  • tegengestelde van verliezen
  • zin: We winnen de wedstrijd morgen, dat weet ik zeker!

Slide 9 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
winnen

Slide 10 - Open vraag

de loterij
  • een spel waarmee je de kans hebt om geld of
    spullen te winnen
  • een lot kopen
  • zin: Ik hoop dat ik veel geld win in de loterij.

Slide 11 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de loterij

Slide 12 - Open vraag

Hierna zie je een tekst. Daarna komen vragen. Lees de tekst en probeer daarna de vragen te beantwoorden. Succes!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag

In de tekst staan veel weetjes. Een weetje is iets wat je geleerd hebt uit de tekst. Een weetje kan interessant zijn. Of gewoon leuk.
Een voorbeeld van een weetje uit de tekst is: Je kunt flessen water gebruiken als
gewichten. Of: Je kunt naar dieren kijken via webcams van dierentuinen.

Schrijf hieronder 3 weetjes.

Slide 18 - Open vraag

Klaar??? En nog geen tijd??
  • werken aan Disk (bronnen en bouwstenen thema 17 Geld en werk);
  • werken aan In Zicht
  • lezen in je leesboek en een boekverslag maken;
  • werken aan je rekenen 

Slide 19 - Tekstslide