bevatten allemaal water om het vloeibaar/smeerbaar te maken
crème en conditioner moet verzorgend zijn--> bevat olie/vet maar óók een emulgator (=zeepachtig)
bacteriën in tandplak zetten suikers om in zuur. Om tandplak te verwijderen zit er in tandpasta een schuurmiddel, maar óók synthetische zeep en fluoride om het herstel van glazuur te versnellen
Slide 20 - Tekstslide
Creme
Bevat o.a. water, olie(vet) en een emulgator.
Een emulgator zorgt ervoor dat water en olie met elkaar mengen en gemengd blijven.
Met een vette creme kun je je huid verzorgen of reinigen. Soms is een creme heel vet, soms wat minder.
Extra bestanddelen kunnen zijn: SPF, conserveermiddel,
geneesmiddel
Slide 21 - Tekstslide
Shampoo
Shampoo bevat water, zeep en keukenzout.
Vaak zitten er nog extra stoffen in: bv schuimstoffen, geur, kleur
Verwijdert vuil en gel, maar ook talg van je hoofdhuid
Beste shampoo? Hangt af van je haartype, talgproductie, producten…
Slide 22 - Tekstslide
Tandpasta
Bacteriën in je mond zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten het tandglazuur aan.
Bevat zeep en schuurmiddel.
Zeep om vuil op te lossen en zuur te neutraliseren. Schuurmiddel polijst je tanden.
Slide 23 - Tekstslide
Cosmetische middelen zijn
A
Schoonmaakmiddelen
B
Alleen voor vrouwen
C
Lichaam wassen, reinigen en verzorgen
Slide 24 - Quizvraag
In tandpasta zit zeep.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 25 - Quizvraag
Waarom bevat tandpasta vaak fluoride?
A
Omdat fluoride de tanden polijst.
B
Omdat fluoride de tandplak verwijdert.
C
Omdat fluoride het tandglazuur herstelt.
Slide 26 - Quizvraag
In tandpasta voor extra witte tanden zit een extra hoeveelheid calciumpyrofosfaat, dat als schuurmiddel werkt.
Waarvoor zorgt het toevoegen van een schuurmiddel in tandpasta?
A
helpen bij het oplossen van vetresten
B
het polijsten van de tanden
C
het verwijderen van suiker
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 27 - Quizvraag
Een crème is ...
A
een suspensie
B
een emulsie
C
een vaste stof
Slide 28 - Quizvraag
Je huid kan je schoonmaken met een crème. Waaruit bestaat een crème?
A
Water.
B
Water, olie en vet.
C
Olie.
D
Water, olie, vet en een emulgator.
Slide 29 - Quizvraag
Welke stof zorgt ervoor dat de olie en het vet in de crème gemengd blijven?
A
De emulsie
B
De emulgator
Slide 30 - Quizvraag
4: Welk van onderstaande producten is géén cosmetisch product?
A
tandpasta
B
wasmiddel
C
parfum
D
shampoo
Slide 31 - Quizvraag
Wat voor shampoo gebruik je voor vet haar?
A
Shampoo die de talgklieren activeert
B
Shampoo voor vet haar
C
Shampoo voor droog haar
D
Shampoo tegen vet haar.
Slide 32 - Quizvraag
Shampoo voedt je haar?
A
feit
B
fabel
Slide 33 - Quizvraag
Par. 2.3
Lees het paragraaf nogmaals door.
Maak vragen: 40 t/m 46
Slide 34 - Tekstslide
zure stof
citroenzuur
accuzuur
maagzuur
mierenzuur
zoutzuur
...............
sterk zuur
zwak zuur
Slide 35 - Tekstslide
kalkaanslag hardheid van water
Met een zure stof kun je kalkaanslag verwijderen
Slide 36 - Tekstslide
basische stof base
tegenovergestelde van zuur, zepig
soda
zeep
ammonia
gootsteenontstopper
sterke base
zwakke base
Slide 37 - Tekstslide
met een basische stof kun je vet verwijderen
Slide 38 - Tekstslide
pH = maat voor hoe zuur, neutraal of hoe basisch een stof is
Slide 39 - Tekstslide
ZUUR pH BASE
Slide 40 - Tekstslide
zuur en base aantonen
indicator = aantoon stof
rode koolsap
lakmoespapier
universeel indicator papier
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Lakmoes papier
rood of blauw
Slide 43 - Tekstslide
pH indicator papier
Slide 44 - Tekstslide
zure stof
rode koolsap -> rood
blauw lakmoespapier -> rood
rood lakmoespapier -> blijft rood
universeel indicator papier -> ph van 1 tot 6
Slide 45 - Tekstslide
basische stof
rode koolsap -> groengeel
blauw lakmoes papier -> blijft blauw
rood lakmoes papier -> wordt blauw
universeel indicator papier -> van 8 tot 14
Slide 46 - Tekstslide
afsluiting vraag:
zoutzuur pH = 2
Wat gebeurt er met de pH van deze oplossing als je er water bij doet?
Kan de pH ook 8 worden?
Slide 47 - Tekstslide
Zelf aan de slag..
Lees nu par. 2.4 en maak volgende vragen:
50 t/m 55.
HUISWERK: 56 t/m 64
Slide 48 - Tekstslide
zuren en basen heffen elkaar op
zure vloeistof pH2 + basische vloeistof pH 12
Bij elkaar kunnen ze een neutrale vloeistof worden.