scheikunde T3 H2 water

H2 Water
Water
Zeep
Cosmetica
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Water
Water
Zeep
Cosmetica

Slide 1 - Tekstslide

Water
thermostaat van de aarde
drinkwater
gedestilleerd water
grondwater
oppervlakte water
zeewater

Slide 2 - Tekstslide

thermostaat van de aarde
Water temperatuur schommelt niet zo veel. (+- constant)

Slide 3 - Tekstslide

drinkwater

Slide 4 - Tekstslide

let op, drinkwater is geen zuivere stof.






kalk aanslag

Slide 5 - Tekstslide

gedestilleerd water = demiwater
zuiver water, bestaat uit alleen maar water moleculen.

Slide 6 - Tekstslide

grondwater     oppervlakte water

Slide 7 - Tekstslide

zee water

Slide 8 - Tekstslide

vorige les
water
- drinkwater

-oppervlakte water
-grondwater
- zeewater

Slide 9 - Tekstslide

water om mee schoon te maken
afspoelen (zand, vaste deeltjes)
oplossen (stoffen die in water oplossen)


Slide 10 - Tekstslide

vetten en olie -achtige stoffen
- lossen niet op in water
 - je moet zeep gebruiken

Zeep:  
- natuurlijke zeep
-synthetische zeep = detergent (gemaakt van aardolie)

Slide 11 - Tekstslide

Zeep molecuul
hydrofiel
= houdt van water
Hydrofoob = bang voor water

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

emulsie
mengsel water + olie + zeep
zeep = emulgator

Een emulgator zorgt ervoor, dat het een emulsie blijft.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Par. 2.2
Lees het paragraaf nogmaals door
Maak vragen 20 t/m 30

Slide 17 - Tekstslide

2.3 Verzorging huid, haar en gebit

Slide 18 - Tekstslide

Cosmetica
  • Cosmetische middelen --> voor schoonmaken, verzorgen en verfraaien van het lichaam

  • Creme, shampoo, tandpasta, handzeep, haargel, mascara, zonnebrandcrème, bodylotion, mondspoelmiddel en deodorant

  • De ingrediënten staan op het etiket



Slide 19 - Tekstslide

Verzorgingsproducten van huid, haar en gebit
  • bevatten allemaal water om het vloeibaar/smeerbaar te maken
  • crème en conditioner moet verzorgend zijn--> bevat olie/vet maar óók een emulgator (=zeepachtig)
  • bacteriën in tandplak zetten suikers om in zuur. Om tandplak te verwijderen zit er in tandpasta een schuurmiddel, maar óók synthetische zeep en fluoride om het herstel van glazuur te versnellen

Slide 20 - Tekstslide

Creme
  • Bevat o.a. water, olie(vet) en een emulgator. 
  • Een emulgator zorgt ervoor dat water en olie met elkaar mengen en gemengd blijven. 
  • Met een vette creme kun je je huid verzorgen of reinigen. Soms is een creme heel vet, soms wat minder. 
  • Extra bestanddelen kunnen zijn: SPF, conserveermiddel,  
geneesmiddel

Slide 21 - Tekstslide

Shampoo
  • Shampoo bevat water, zeep en keukenzout.
  • Vaak zitten er nog extra stoffen in: bv schuimstoffen, geur, kleur
  • Verwijdert vuil en gel, maar ook talg van je hoofdhuid
  • Beste shampoo? Hangt af van je haartype, talgproductie, producten…







Slide 22 - Tekstslide

Tandpasta
Bacteriën in je mond zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten het tandglazuur aan. 

Bevat zeep en schuurmiddel. 
Zeep om vuil op te lossen en zuur te neutraliseren. Schuurmiddel polijst je tanden. 

Slide 23 - Tekstslide

Cosmetische middelen zijn
A
Schoonmaakmiddelen
B
Alleen voor vrouwen
C
Lichaam wassen, reinigen en verzorgen

Slide 24 - Quizvraag

In tandpasta zit zeep.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 25 - Quizvraag

Waarom bevat tandpasta vaak fluoride?
A
Omdat fluoride de tanden polijst.
B
Omdat fluoride de tandplak verwijdert.
C
Omdat fluoride het tandglazuur herstelt.

Slide 26 - Quizvraag

In tandpasta voor extra witte tanden zit een extra hoeveelheid calciumpyrofosfaat, dat als schuurmiddel werkt.

Waarvoor zorgt het toevoegen van een schuurmiddel in tandpasta?
A
helpen bij het oplossen van vetresten
B
het polijsten van de tanden
C
het verwijderen van suiker
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 27 - Quizvraag

Een crème is ...
A
een suspensie
B
een emulsie
C
een vaste stof

Slide 28 - Quizvraag

Je huid kan je schoonmaken met een crème. Waaruit bestaat een crème?
A
Water.
B
Water, olie en vet.
C
Olie.
D
Water, olie, vet en een emulgator.

Slide 29 - Quizvraag

Welke stof zorgt ervoor dat de olie en het vet in de crème gemengd blijven?
A
De emulsie
B
De emulgator

Slide 30 - Quizvraag

4: Welk van onderstaande producten is géén cosmetisch product?
A
tandpasta
B
wasmiddel
C
parfum
D
shampoo

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor shampoo gebruik je voor vet haar?
A
Shampoo die de talgklieren activeert
B
Shampoo voor vet haar
C
Shampoo voor droog haar
D
Shampoo tegen vet haar.

Slide 32 - Quizvraag

Shampoo voedt je haar?
A
feit
B
fabel

Slide 33 - Quizvraag

Par. 2.3 
Lees het paragraaf nogmaals door.
Maak vragen: 40 t/m 46

Slide 34 - Tekstslide

zure stof
citroenzuur
accuzuur
maagzuur
mierenzuur
zoutzuur
...............
sterk zuur
zwak zuur

Slide 35 - Tekstslide

kalkaanslag         hardheid van water
Met een zure stof kun je kalkaanslag verwijderen

Slide 36 - Tekstslide

basische stof    base
tegenovergestelde van zuur, zepig

soda
zeep
ammonia
gootsteenontstopper



sterke base
zwakke base

Slide 37 - Tekstslide

met een basische stof kun je vet verwijderen

Slide 38 - Tekstslide

pH  = maat voor hoe zuur, neutraal  of hoe basisch een stof is

Slide 39 - Tekstslide

ZUUR          pH              BASE

Slide 40 - Tekstslide

zuur en base aantonen
indicator = aantoon stof

rode koolsap
lakmoespapier
universeel indicator papier

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Lakmoes papier
rood of blauw

Slide 43 - Tekstslide

pH indicator papier

Slide 44 - Tekstslide

zure stof

rode koolsap   ->  rood
blauw lakmoespapier -> rood
rood lakmoespapier -> blijft rood
universeel indicator papier  -> ph van  1  tot  6

Slide 45 - Tekstslide

basische stof

rode koolsap -> groengeel
blauw lakmoes papier -> blijft blauw
rood lakmoes papier -> wordt blauw
universeel indicator papier ->  van 8 tot 14

Slide 46 - Tekstslide

afsluiting vraag:
zoutzuur  pH = 2

Wat gebeurt er met de pH van deze oplossing als je er water bij doet?

Kan de pH ook 8 worden?

Slide 47 - Tekstslide

Zelf aan de slag..
Lees nu par. 2.4 en maak volgende vragen:
50 t/m 55.
HUISWERK: 56 t/m 64

Slide 48 - Tekstslide

zuren en basen heffen elkaar op
zure vloeistof pH2     +    basische vloeistof pH 12
Bij elkaar kunnen ze een neutrale vloeistof worden.

Slide 49 - Tekstslide

zure stoffen
H+ ionen + zuurrest

- pH
- kalkverwijderen
- stroom geleiden
- H+ afstaan
- reageren met onedele metalen (H2)

Slide 50 - Tekstslide

titreren
buret    

indicator = fenolfthaleine
verkleurt bij pH = 7
vloeistof met onbekende hoeveelheid zuur

Slide 51 - Tekstslide