2.3 + 2.4 3M

wat gaan we doen
  • Herhalen 2.3
  • Uitleg 2.4
  • Maken 2.3 + 2.4 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wat gaan we doen
  • Herhalen 2.3
  • Uitleg 2.4
  • Maken 2.3 + 2.4 

Slide 1 - Tekstslide

doelen 2.3 
  • Voorbeelden van cosmetica noemen
  • Weten wat creme is en waaruit het bestaat
  • Werking shampoo en tandpasta

Slide 2 - Tekstslide

Créme
Crémes zijn mengsels van verschillende stoffen, voornamelijk water en olie/vet. 

Dit maakt créme een emulsie. Een créme heeft dus een emulgator nodig. 

Slide 3 - Tekstslide

Tandpasta
Bacteriën in je mond zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten het tandglazuur aan. 

Tandpasta is een schuurmiddel wat de tanden schoon polijst. Vaak zit er ook fluoride in tandpasta, dit versnelt het herstel van je tandglazuur. 

Slide 4 - Tekstslide

Shampoo
Shampoo is een mengsel. Het bestaat uit  zeep, water, keukenzout (NaCl), geurstoffen, kleurstoffen en een conserveringsmiddel. 

Bij het wassen van je haren verwijder je niet alleen vuil, maar ook het vet (talg) dat door je huid wordt gemaakt. 

Slide 5 - Tekstslide

doelen 2.3 
voorbeelden cosmetica

creme, shampoo, tandpasta enz. 

Slide 6 - Tekstslide

§2.3
Crémes zijn mengsels van oa water en olie/vet. = emulsie

Shampoo is een mengsel. Het bestaat uit synthetische zeep, water, keukenzout (NaCl), geurstoffen, kleurstoffen en een conserveringsmiddel. 
.
Tandpasta  is een schuurmiddel wat de tanden schoon polijst. Vaak zit er ook fluoride in tandpasta, dit versnelt het herstel van je tandglazuur. 

Slide 7 - Tekstslide

doelen 2.4 
  • Weten wat zuur en basisch is
  • Verschillende stoffen kunnen noemen zuur/base
  • Weten wat de pH is
  • pH meten met indicatoren 

Slide 8 - Tekstslide

§2.4
Zuur en basisch 
pH

Slide 9 - Tekstslide

§2.4
Zure schoonmaakmiddelen = Tasten metalen aan (etsende werking) & tasten kalk ook aan dus ideaal om kalk te verwijderen

Basische schoonmaakmiddelen= zijn zeepachtig dus ontvettende werking

Slide 10 - Tekstslide

§2.4

Zuur schoonmaakmiddel 


Basisch schoonmaakmiddel

Slide 11 - Tekstslide

§2.4
De gevaren symbolen staan vaak op schoonmaakmiddelen. 

Slide 12 - Tekstslide

§2.4
pH meten met = pH papier 

Slide 13 - Tekstslide

§2.4
Indicatoren om pH te meten = hulpstoffen die van kleur veranderen bij zuur/base 

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk 
Lezen 2.3 in stilte 
Maken 2.3: 10 t/m 13
Maken 2.4: 1 t/m 6 zachtjes overleggen mag 

Was dit al af?
1 t/m 7 van 2.3 

Slide 15 - Tekstslide

0,50 L natronloog bevat 20 g natriumhydroxide. concentratie?(g/L)

Slide 16 - Open vraag

0,700 L zoutzuur bevat 0,210 kg waterstofchloride. Wat is de concentratie?(g/L)

Slide 17 - Open vraag