Voorbereiding toets H4 les 1

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

verwijswoorden/voltooid deelwoord

Herhaling Hoofdstuk 4

Herhaling hoofdstuk 4 Lezen en Woordenschat

Nederlands

17 april

De Brug: 

BK blz 287 opdr. 7 en blz. 293 opdr. 8 en 9

KGT blz. 216 opdr. 6 en blz. 223 opdr. 9 en 10

Hebben we alle doelen behaald?

Afmaken Lezen en Woordenschat in De Brug

Woord van de week

Wie?

Thijmen

Afspraak toets H4

Volgende week vrijdag 23 april

Toets hoofdstuk 4!

Stof: Lezen, Woordenschat en Taalverzorging

Instructie

Herhaling theorie

Lezen

Inleiding, middenstuk en slot herkennen van een tekst.

Hoe doe je dit ook alweer?

Inleiding

Hierin vertel je kort waar de tekst over gaat.

- 1 alinea

- voorbeeld of grappig verhaaltje

Middenstuk

Het grootste gedeelte van de tekst bestaat uit het middenstuk.

Hierin staat de kern van het stuk. 

Bestaat uit meerdere alinea's. 

Slot

- Herhaling van de belangrijkste punten uit de tekst

- Bestaat uit 1 alinea

Woordenschat

Een tegenstelling zoeken in de tekst.

Hoe doe je dit ook alweer?

Tegenstellingen

Tegenstellingen zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.

Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.

In de inleiding van een tekst staat waar de tekst over gaat

1. Waar
2. Niet waar

De inleiding van de tekst bestaat uit de meeste alinea's

1. Waar
2. Niet waar

In het middenstuk staat een samenvatting van de belangrijkste informatie.

1. Waar
2. Niet waar

In het slot van de tekst wordt herhaald wat het belangrijkste van de tekst is.

1. Waar
2. Niet waar

Dit is een voorbeeld van een signaalwoord

1. Als
2. Maar
3. Door
4. In

Dit is het tegenovergestelde van prijzig

1. goedkoop
2. duur

Dit is het tegenovergestelde van uniek

1. meer soorten
2. enige soort

Dit is het tegenovergestelde van uitdagend

1. uitnodigend
2. saai

Vragen?

Aan het werk

De Brug: 

BK blz. 287 opdr. 7 en blz. 293 opdr. 8 en 9

KGT blz. 228 opdr. 6 en blz. 235 opdr. 9 en 10

Klaar? Nakijken H5.