Afschaffing van de slavernij

Afschaffing slavernij 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Afschaffing slavernij 

Slide 1 - Tekstslide

Abolitionisme is
A
Een ziekte die veel slaven kregen
B
Het discussieren over "zwarte piet"
C
Het in opstand komen van de slaven (Tula)
D
Het streven naar afschaffing van slavernij

Slide 2 - Quizvraag

1. In 1667 had Suriname 178 plantages
2. 100 jaar later waren er 432 plantages
A
Beide goed
B
Beide fout
C
1= goed 2 = fout
D
1= fout 2 = goed

Slide 3 - Quizvraag

De plantages waren 30 ha groot.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de naam van de leider van de slavenopstand in 1795?

Slide 5 - Open vraag

1. Traag werken was een vorm van verzet
2. Meesters lieten het eten voorproeven
A
Beide goed
B
Beide fout
C
1= goed 2 = fout
D
1= fout 2 = goed

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je weggelopen slaven?

Slide 7 - Open vraag

1. Marrons zijn meestal mannen.
2. In het tropisch bos hadden de marrons het goed.
A
Beide goed
B
Beide fout
C
1= goed 2 = fout
D
1= fout 2 = goed

Slide 8 - Quizvraag

In de vrede tussen marrons en blanken stond dat marrons gevluchte slaven mochten houden.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Op een plantage werkten gemiddeld tussen de 200 tot 500 slaven
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

De meeste plantages lagen niet aan het water.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Nederland was het eerste land dat de slavernij afschafte
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

In 1814 verbood de Engelse regering de slaven handel in de Engelse kolonien.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer werd de slavernij afgeschaft in Nederland?
A
1 juli 1863
B
1 juli 1807
C
1 juli 1873
D
1 juli 1814

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel geld kreeg een slaaf toen de slavernij werd afgeschaft?
A
150 gulden
B
0 gulden
C
300 gulden
D
450 gulden

Slide 15 - Quizvraag

Na de afschaffing van de slavernij konden de slaven naar alle landen verhuizen
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de hoofdstad van Suriname?

Slide 17 - Open vraag

Wie zijn de Marrons?
A
De Marrons zijn een inheemse Indianenstam
B
De gevluchte tot slaaf gemaakten creolen
C
De Marrons zijn blanke boeren van Nederlandse afkomst.
D
De stadscreolen

Slide 18 - Quizvraag