Introduction an look back 1V 06-09-2022

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

English

take a seat,

Ipad & a pen on your table

Today's planning

• Introductions
• Get to know each other
• Grammar - Personal & Possessive pronouns 
• First impressions
• Next week

So who am I?

Mr. van Houten

What about you?

Turn on your ipad

Go to Lesonup.com

Fill in the class code

Use your own name

(No weird names, smileys are allowed) 

Do you also like?

1. Baking/cooking
2. Watching Movies/tv-series
3. Gaming
4. Reading

What else do you like?

Find the owner

find the owner

Write down what makes you YOU!

Think of hobbies, a talent, sports, personality trait

Choose 4, and write down 1  thing on each card

Find the owner

Now walk around

find the person matching your cards!

if you have given the cards back to their owner

and if you have all your own cards back

go and sit at your table

What did you find out?

Grammar

Personal Pronouns

Possesive Pronouns

personal pronouns

Persoonlijke voornaamwoorden

Personal Pronoun

Personal Pronoun:

• Het onderwerp van de zin
• Het lijdend of meewerkend
  voorwerp van de zin 
• Kan naam/namen vervangen 

	NL	OW	VW
EV	Ik	I	me
	Jij	you	you
	Hij/zij/het	he/she/it	him/her/it
MV	wij	we	us
	jullie	you	you
	zij	they	them

Voorbeelden

I am walking to school today. Do you want to walk with me?

Ik loop vandaag naar school. Wil jij met mij meelopen?

We are going to have lunch. Would you like to join us?

Wij gaan lunchen. Heb je zin om met ons mee te gaan?

Connect the correct ones

Enkelvoud

Meervoud

I

You

He

She

It

We

You

They

Ik

Jij

Hij

Zij

Het

Wij

Jullie

Zij

...... is dreaming. (George)

..... is green. (the blackboard)

.... are watching TV. (my mother and I)

... are in the garden. (the flowers)

I went to the cinema with Joe and Tom. I went with .....

The cat is sleeping. Do not disturb .....

It was Kathy's birthday. My mother baked ... a beautiful cake.

Possesive pronoun

Bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan van een persoon/ dier/ instantie
Dat is mijn tas.

Ik zie jouw Ipad op tafel staan.

pronouns 

1. possessive pronouns

ik	I
jij	you
hij	he
zij	she
het	it
wij	we
jullie	you
zij	they

mijn	my
jouw	your
zijn	his
haar	her
het	its
onze	our
jullie	your
hun	their

That is _____ car.

1. their
2. theirs

Welke zin klopt?

1. This is my Ipad.
2. This is mine Ipad

These are ____ clothes.

1. her
2. hers

Susan is a friend of _____.

1. our
2. ours

Is that _____ pen? - No, it's ______.

1. mine - her
2. my - hers

Your past weeks

Your past weeks

Voor jezelf: schrijf op wat jij van de afgelopen week/2 weken vond op school.

Probeer dit in ongeveer 5 zinnen op te schrijven

Denk aan: wat je erg leuk vond, wat je minder leuk vond, wat had je graag anders willen hebben, en waar kijk je nog naar uit?

Probeer dit in het engels op te schrijven.

Lukt het engels nog niet zo? > kijk eens of het met een woordenboek lukt, of weet je buurman/vrouw het? of vraag een van de docenten.

Zijn jij en je buurman/vrouw klaar? 

Ga met elkaar in gesprek over wat jij hebt opgeschreven en probeer dit ook in het engels te doen

Fouten maken mag, daar leer je alleen maar van.

Homework

Due: 13 September

Unit 1, Lesson 2

Exercise:

2, 3, 4a, 5, 6, 8, 9, 10 & 11