Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engels oefenen toets Basis 1- Chapter 1 (PEV)
What are we going to do this lesson?
We are going to practice for the test.
* Personal pronouns (persoonlijke vnw.)
* Possessive pronouns (bezittelijke vnw.)
* TO BE (zijn)
* TO HAVE (hebben)
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
What are we going to do this lesson?
We are going to practice for the test.
* Personal pronouns (persoonlijke vnw.)
* Possessive pronouns (bezittelijke vnw.)
* TO BE (zijn)
* TO HAVE (hebben)
Slide 1 - Tekstslide
Personal pronouns
Slide 2 - Tekstslide
Personal pronoun
Slide 3 - Tekstslide
Personal pronouns
(Jullie) are young.
A
He
B
It
C
You
D
They
Slide 4 - Quizvraag
A personal pronoun:
... like school. (ik)
A
i
B
I
C
you
D
we
Slide 5 - Quizvraag
Personal pronouns
(ik) am young.
A
I
B
You
C
He
D
They
Slide 6 - Quizvraag
personal pronoun:
... is cold outside.(het)
A
He
B
We
C
She
D
It
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste personal pronoun:
_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we
Slide 8 - Quizvraag
A personal pronoun:
... is from Curacao. (zij)
A
She
B
They
C
He
D
We
Slide 9 - Quizvraag
A personal pronoun:
... are from Curacao. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we
Slide 10 - Quizvraag
Possessive pronouns
Bezittelijke vnw.
Slide 11 - Tekstslide
Possessive Pronouns
Als het van iemand is
Slide 12 - Tekstslide
Use the correct possessive pronoun:
Is this ... umbrella?
A
your
B
yours
C
hers
D
them
Slide 13 - Quizvraag
Maak gebruik van de possessive pronouns:
I met ________ mother (haar).
A
mine
B
theirs
C
ours
D
her
Slide 14 - Quizvraag
1. possessive pronouns
This is ... pen.
A
he
B
him
C
his
Slide 15 - Quizvraag
Possessive pronouns:
... (hun) house is over there.
A
their
B
theirs
C
they
D
them
Slide 16 - Quizvraag
Personal pronoun
Possessive pronoun
he
her
they
your
we
my
our
it
Slide 17 - Sleepvraag
timer
1:00
Subject pronoun
(= onderwerp
van de zin)
(ik, jij, wij, jullie, zij) ... give the teacher the book.
(hij, zij, het)... gives the teacher the book.
Possessive pronoun
(= bezittelijk voornaamwoord)
mijn boek = ... book
jouw boek = ... book
zijn boek = ... book
haar boek = ... book
ons boek = ... book
jullie boek = ... book
hun boek = ... book
he
they
you
her
our
your
it
their
my
she
we
his
I
Slide 18 - Sleepvraag
Match the correct pronoun to the possessive (bezittelijk) form
his
my
hers
their
your
our
its
I
you
he
she
we
they
it
Slide 19 - Sleepvraag
werkwoord
'zijn'
verb
'to be'
'To be'
present
Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're
Slide 20 - Tekstslide
werkwoord
'zijn'
verb
'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?
Slide 21 - Tekstslide
werkwoord
'zijn'
verb
'to be'
'To be'
negative
(negatief)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet
Slide 22 - Tekstslide
To be: You _____ (to be)hungry
A
was
B
to be
C
are
D
is
Slide 23 - Quizvraag
They ... (to be) happy to be here.
A
is
B
am
C
are
Slide 24 - Quizvraag
I ________ (to be) pretty good at English.
A
am
B
is
C
are
Slide 25 - Quizvraag
Sarah and Simon _____ (to be) engaged, they are getting married!
A
am
B
is
C
are
Slide 26 - Quizvraag
The door ______ (to be) closed, you can't go in.
A
am
B
is
C
are
Slide 27 - Quizvraag
"to have" = hebben
I
have
Ik heb
you
have
jij hebt
he/she/it
has
hij/zij/ het heeft
we
have
wij hebben
you
have
jullie hebben
they
have
zij hebben
Slide 28 - Tekstslide
My brother _____ (to have) a new hobby: baking cakes.
A
have
B
has
Slide 29 - Quizvraag
My dog _______ (to have) a lot of hair.
A
have
B
has
Slide 30 - Quizvraag
We ______ (to have) a special gift for you!
A
have
B
has
Slide 31 - Quizvraag
To be = zijn / vraagzinnen
I
am
late for class.
Am
I late for class?
He
is
a nice teacher.
Is
he a nice teacher?
You
are
happy.
Are
you happy?
Eerst het werkwoord, daarna het onderwerp.
Slide 32 - Tekstslide
To be || negations (ontkennend)
I am late for class. I am
not
late for class.
He is a nice teacher. He is
not
a nice teacher.
You are happy. You are
not
happy.
Voeg na het werkwoord het woordje 'not' toe.
Slide 33 - Tekstslide
Maak een vraag van deze zin:
He is always happy.
Slide 34 - Open vraag
Maak deze zin ontkennend:
Jake is my best friend.
Slide 35 - Open vraag
Eens met deze stelling? "Dit ging goed!"
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Poll
Meer lessen zoals deze
2023-10-13 Oefentoets Unit 1
Oktober 2023
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bridging the gap
September 2024
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
7-9 lesson 2 mh1b
September 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
lesson 2: to be & pronouns
September 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
HH Grammar 1
Oktober 2024
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
recap unit 1
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
M 1 Present Simple (herhalen)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Grammar Unit 1 recap/summary
November 2021
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1