H7.2 - Les 3: Een land van polders

NEDERLAND POLDERLAND
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NEDERLAND POLDERLAND

Slide 1 - Tekstslide

4 MAVO
Hoofdstuk 7
Water
Paragraaf 2
Een land van polders
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Korte herhaling "Delta"
H7.2: Een land van polders

Morgen bespreken we het SE.

Slide 3 - Tekstslide

HUISWERK:
  1. Je weet dat ongeveer 2/3 van Nederland onder de NAP ligt.
  2. Je kan uitleggen hoe bij een riviermonding een delta ontstaat.
  3. Je kan 2 redenen noemen waarom oeverwallen hoger liggen dan komgronden.
  4. Je kan de volgende onderdelen van een rivier in Nederland aanwijzen op een dwarsdoorsnede / foto: oeverwal, komgrond, zomerdijk, winterdijk en uiterwaard.

Slide 4 - Tekstslide

Je weet dat ongeveer 2/3 van Nederland onder de NAP ligt.

NAP:
Normaal Amsterdams Peil
-- Het gemiddelde zeeniveau

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je kan uitleggen hoe bij een riviermonding een delta ontstaat.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

HOE ONTSTAAT EEN DELTA?
"Een delta ontstaat, omdat een rivier behalve water ook slib meeneemt. In het vlakke land vlakbij de zee neemt de stroomsnelheid af. Als de rivier langzamer gaat stromen laat hij steeds meer zand en slib achter. Soms slibt de stroomt dicht en zoekt de rivier een nieuwe weg, er ontstaat dan een nieuwe aftakking."

Slide 11 - Tekstslide

WATERAFVOER

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

LESDOELEN
  1. Je kan de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: polder, draineren, bemalen.
  2. Je kan uitleggen waar de volgende onderdelen van het polderlandschap voor nodig zijn: sluis, gemaal, boezem.
  3. Je kan uitleggen hoe je de hoogte van het grondwater kan regelen met behulp van het oppervlaktewater.
  4. Je kan aangeven hoe en waarom een stuw wordt gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

"Hoog-" en "laag" Nederland

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Landschap in laag Nederland
  • Gebruik §7.2 in je lesboek. 
Geef per nummer het juiste begrip, kies uit: 
zomerdijk, winterdijk, uiterwaard, veenpolder, zeepolder, droogmakerij, boezem, gemaal en stuw.
Nummer 1 t/m 6 in je schrift

Slide 21 - Tekstslide

zomerdijk, winterdijk, uiterwaard, veenpolder, zeepolder, droogmakerij, boezem, gemaal en stuw.

Slide 22 - Tekstslide

1. Droogmakerij - 2. Boezem - 3. Winterdijk
4. Gemaal - 5. Veenpolder - 6. Zomerdijk

Slide 23 - Tekstslide

POLDERS

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

DE POLDER

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Je kan aangeven hoe en waarom een stuw wordt gebruikt.

Slide 28 - Tekstslide

SLUIS: Bouwwerk tussen twee waterwegen met verschillend waterpeil bedoeld om water of schepen door te laten

Slide 29 - Tekstslide

STUW: Bouwwerk bedoeld om water vast te houden

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees H7.2: Een land van polders
  • Maak de kennen- en kunnenlijst; 14 t/m 17.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 33 - Tekstslide

HUISWERK MORGEN
Lees H7.2: Een land van polders
Maak de kennen- en kunnenlijst; 14 t/m 17.

Slide 34 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 35 - Tekstslide