Notfall

1 / 11
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

In de video spreekt men over 5 w-woorden. Kun je er zoveel mogelijk noemen? (in het Duits)

Slide 2 - Open vraag

Waarom is ´wo´ zo belangrijk?
A
Zodat de brandweer weet waarom ze moeten komen
B
Zodat de brandweer weet waar ze naartoe moeten
C
Zodat de brandweer weet met wie ze bellen

Slide 3 - Quizvraag

Der Feuerwehr
Der Krankenwagen
Die Polizei

Slide 4 - Sleepvraag

Der Schmerz
Der Rettungsdienst 
Mein Kopf tut weh
Ruft ihr bitte einen Krankenwagen!
Ich brauche einen Arzt 
De pijn
De reddingsdienst
Mijn hoofd doet pijn
Bellen jullie een ambulance! 
Ik heb een dokter nodig

Slide 5 - Sleepvraag

Was passiert hier und was soll ich tun?
A
Hier brennt ein Haus, ruf einen Krankenwagen!
B
Ein Unfall ist passiert, ruf einen Krankenwagen!
C
Hier brennt ein Haus, ruf die Feuerwehr!
D
Ein Unfall ist passiert, ruf die Feuerwehr!

Slide 6 - Quizvraag


Was passiert hier und was soll ich tun?
A
Ein Tieb versucht mein Auto zu klauen, ruf die Polizei!
B
Ein Tieb versucht mein Auto zu klauen, ruf die Feuerwehr!
C
Ein Einbrecher bricht in mein Haus ein, ruf die Feuerwehr!
D
Ein Einbrecher bricht in mein Haus ein, ruf die Polizei!

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Warum ist der Junge im Krankenhaus?
A
Hij moet geopereerd worden aan zijn blindedarm
B
Hij moet geopereerd worden aan zijn blaas
C
Voor controle

Slide 9 - Quizvraag

Was gibt es noch im Kinderkrankhaus?
A
Ein Zirkus
B
Eine Schule
C
Eine Bücherei (bibliotheek)
D
Einen kleinen Supermarkt

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt een te vroeg geboren baby genoemd?
A
Ein Frühchen
B
Ein Brutkasten
C
Ein Spätchen

Slide 11 - Quizvraag