Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt - Paragraaf 8.4 Je bloedsomloop

Wat gaan we doen
- Herhaling paragraaf 8.3 Je bloed vervoert

- Uitleg paragraaf 8.4 Je bloedsomloop

- Aan het werk
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen
- Herhaling paragraaf 8.3 Je bloed vervoert

- Uitleg paragraaf 8.4 Je bloedsomloop

- Aan het werk

Slide 1 - Tekstslide

Welke bloedvaten hebben hele dunnen wanden?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 2 - Quizvraag

Wat zit er in aders, zodat het bloed niet de verkeerde kant op stroomt?
A
Hele dikke wanden
B
Kleppen
C
Hele dunne wanden
D
Ze hebben niks extra's

Slide 3 - Quizvraag

Welk bloedvat stroomt vanaf het naar alle organen toe?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 4 - Quizvraag

Welk bloedvat brengt het bloed weer naar het hart toe?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 5 - Quizvraag

Wat vervoeren rode bloedcellen?
A
Zuurstof
B
Glucose
C
Water
D
Koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

Waar halen rode bloedcellen het zuurstof op?
A
Hart
B
Longen
C
Lever
D
Maag

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt;

- Je leert hoe je hart werkt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
De bloedsomloop in je lichaam bestaat uit:

1 kleine bloedsomloop: 
bloed neemt zuurstof op uit de longen.
hart → longen → hart 

2 grote bloedsomloop:
bloed geeft zuurstof af aan de organen.
hart → overige organen → hart 

Slide 9 - Tekstslide

Langs welke bloedvaten stroomt je bloed?
Slagaders zijn genoemd naar het orgaan waar ze naartoe lopen.
  

Aders zijn genoemd naar het orgaan waar ze vanaf lopen.


Bloed gaat via de longslagader en longader door de kleine bloedsomloop.


Bloed gaat via de aorta, bloedvaten van de organen en de holle ader door de grote bloedsomloop.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe is je hart opgebouwd?
Het hart bestaat uit vier ruimtes:
  1. linkerboezem
  2. Linknkerkamer
  3. rechterboezem 
  4. rechterkamer 






Longslagader en aorta: starten in de kamers.
Longader en holle ader: komen uit in de boezems. 
Tussen de boezems en kamers: hartkleppen. 
Aan het begin van de longslagader en aorta: slagaderkleppen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe klopt je hart?
Een hartslag bestaat uit drie stappen:

  1. Boezems trekken samen: bloed naar kamers. 
  • Kamers trekken samen: bloed naar slagaders. 
  • Hartpauze: de hartspier is ontspannen. 

  • De hartkleppen zorgen dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.
     

    De slagaderkleppen zorgen dat het bloed niet terugstroomt van de slagaders naar de hartkamers.

    Slide 12 - Tekstslide

    0

    Slide 13 - Video

    Aan het werk
    Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt
    Paragraaf 8.4 Je bloedsomloop
    Maken opdracht 1 t/m 17 (blz. 80 t/m 88)

    BEN JE KLAAR?
    Samenvatten paragraaf 8.4
    (maak voor jezelf een begrippenlijstje)
    timer
    10:00

    Slide 14 - Tekstslide

    Quizizz

    Ga naar: join.quizizz.com

    Slide 15 - Tekstslide