1.5 Denken en doen

Denken en doen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Denken en doen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats Memo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe de boeren hun voorouders vereerden en waarom zij goden in de natuur vereerden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verering van voorouders 
Boeren geloofden in een hiernamaals: leven na de dood.
 
Hunebedden waren familiegraven waarmee voorouders werden vereerd. Het waren monumenten: gedenktekens.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

> Boeren geloven in het hiernamaals.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

> Hunebedden zijn bronnen uit de prehistorie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verering van voorouders 
Doden kregen sieraden, werktuigen en bekers (potten) met eten en drinken mee voor in het hiernamaals.

Op de afbeelding zien we een trechterbeker uit een hunebed.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik de vier uitspraken. Noteer de letters van de twee juiste uitspraken.

A Hunebedden dienden als monument voor voorouders.
B Hunebedden waren familiegraven.
C Hunebedden waren tempels voor natuurgoden.
D Hunebedden waren graven van koningen.

Slide 9 - Open vraag

A, B 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verering van goden in de natuur
Boeren vereerden goden in de natuur. Natuurgodsdiensten ontstonden doordat mensen veel onbegrijpelijke dingen meemaakten. 

De boeren probeerden met rituelen de goden tevreden te houden. Ze maakten ook kunst.



Slide 11 - Tekstslide

Boeren geloofden dat achter ieder natuurverschijnsel een god zat. Ze vereerden de maan, de bliksem, een rivier of een grote boom. Dit noemen we een natuurgodsdienst. Het geloof in goden ontstond waarschijnlijk doordat er veel onbegrijpelijke dingen gebeurden in de natuur. Iemand werd ziek of de oogst mislukte. Door rituelen (plechtige, magische handelingen) zoals dansen en zingen, probeerden mensen de goden tevreden te stellen. 
Verering van goden in de natuur


Natuurgodsdienst: geloof waarbij natuurverschijnselen vereerd worden

Ritueel: (ceremonie) plechtige handeling

Kunst: iets moois maken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

> Leg uit waardoor vooral stenen voorwerpen uit de prehistorie bewaard zijn gebleven.


Slide 13 - Open vraag

Omdat steen niet vergaat. De meeste andere materialen vergaan wel.
> Leg in eigen woorden uit wat het begrip natuurgodsdienst betekent.


Slide 14 - Open vraag

geloof waarbij natuurverschijnselen vereerd worden
Kleine verschillen tussen jager-verzamelaars
Jager-verzamelaars leefden als nomaden in kleine groepen. Daardoor waren er maar kleine verschillen in:

  • Bezit
  • Aanzien 
  • Macht





macht: als je anderen kunt laten doen wat je wilt. Jager-verzamelaars namen samen besluiten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine verschillen tussen jager-verzamelaars
Bezit: ze konden weinig meenemen. 

Aanzien: waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden.

Macht: als je anderen kunt laten doen wat je wilt. Jager-verzamelaars namen samen besluiten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote verschillen tussen boeren
In de landbouwsamenleving ontstonden grotere verschillen in bezit, macht en aanzien.

  • Verschil in bezittingen
  • Er kwamen dorpshoofden
  • Mensen met meer bezit of macht hadden meer aanzien

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote verschillen tussen boeren
Dit soort verschillen tussen mensen en groepen in een samenleving noemen we sociale verschillen.

Boeren moesten met meer mensen rekening houden en afspraken maken. Als er conflicten waren, moesten ze die samen oplossen.



Sociaal:
gaat over mensen en groepen in de samenleving 



Conflict: ruzie


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

> Leg in eigen woorden uit waardoor de verschillen tussen de boeren toenamen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Werktuigen uit Elsloo (omstreeks 5000 v.C.). De werktuigen zijn onder meer een maalsteen, twee stenen bijlen, een aardewerken pot, een vuurstenen mes en een vuurstenen krabber.

Gebruik de vier uitspraken (A-D). Noteer de letters van de twee juiste uitspraken.

A De eigenaar van deze werktuigen had waarschijnlijk weinig macht en aanzien.
B De mensen die deze werktuigen gemaakt hebben verbouwden graan.
C De werktuigen zijn gemaakt door mensen die op een vaste plek woonden.
D De werktuigen zijn gemaakt door mensen in een samenleving van jager-verzamelaars.

Slide 21 - Open vraag

B, C


Stel, je doet onderzoek naar de landbouwrevolutie in Nederland.
> Is deze bron dan bruikbaar? Geef een uitleg met een argument.

Slide 22 - Open vraag

Deze bron is bruikbaar, want (bijvoorbeeld:)
- De bron is gevonden in Nederland en komt uit ongeveer 5000 v.C. De tijd en plaats van de bron kloppen met de tijd van de landbouwrevolutie in Nederland.
- De bron is gemaakt door mensen die (deels) van landbouw leefden, want er is een maalsteen bij. De bron geeft dus informatie over de landbouwrevolutie.



Op fluistertoon aan de slag in de online methode met 1.5

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies