Gesprekken voeren

GESPREKKEN VOEREN
Thema: gesprekstechnieken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GESPREKKEN VOEREN
Thema: gesprekstechnieken

Slide 1 - Tekstslide

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren gebeurt mondeling (pratend).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Een gesprek optimaal laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

Slide 4 - Woordweb

COMMUNICATIE-INGREDIËNTEN
- Luisteren
- Niveau / Level 
- Houding




Slide 5 - Tekstslide

LESDOEL + PROGRAMMA
Aan het einde van de les
 ken je een aantal basis-gesprekstechnieken en
kun je deze toepassen en herkennen in een gesprek.

Introductie van het onderwerp
Uitleg van theorie bij het onderwerp
Oefenen met de theorie
Wat heb je aan de theorie?
Terugblik op de les

Slide 6 - Tekstslide

gesprekstechnieken
Maak je niet DIK :  denk in kwaliteiten
Neem ANNA mee :  altijd navragen nooit aannemen
Smeer NIVEA : niet invullen voor een ander
Wees een OEN :  open, eerlijk en nieuwsgierig
Laat OMA thuis;  oordeel mening en advies
Gebruik LSD;  luisteren samenvatten doorvragen


Slide 7 - Tekstslide

Welke gesprekken zijn er?!
* begeleidend gesprek
* helpend gesprek
* advies gesprek
* motiverende gesprek
* slechtnieuwsgesprek
* omgaan met kritiek van familie

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 9 - Woordweb

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 10 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen 
- reflecterende vragen
- indirecte vragen
- gesloten vragen 
- suggestieve vragen
- directe vragen 

Slide 11 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 12 - Tekstslide

Begeleidings gesprek
Fase 1> het doorzoeken en verduidelijking van de probleem situatie
Fase 2> ontwikkelen van nieuwe perspectieven en stellen van doelen
Fase 3>ontwerpen en uitvoeren van acties

Slide 13 - Tekstslide

gesprek oefenen
Maak een groepje van 4.
- 2 personen observeren
- 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

Slide 14 - Tekstslide

1. aandacht voor geadviseerde

* onvoorwaardelijke aandacht> eigen ideeën etc op zij zetten.
doel> verhaal kwijt kunnen, gevoel serieus genomen wordt, jij krijgt inhoudelijke info die je kan gebruiken voor een goede oplossing met grotere kans op acceptatie
>> is belangrijk in beginfase als je onderzoekt
>> gebruik LSD, actief luisteren, open vragen stellen

Slide 15 - Tekstslide

Advies gesprek
6 A's
1. aandacht voor de geadviseerde
2. aandacht voor de eigen signalen
3. afstemmen
4. aanvullen
5. assertiviteit
6. alternatieven

Slide 16 - Tekstslide

2. aandacht voor eigen signalen
Je eigen intuïtie geven soms aanwijzingen dat er nog meer is dan wat je hoort.
Te verwachten emotie, agressie, in eens veel gaat vertellen, en dat je het gevoel heb de kern niet te raken.
Benoem je gevoel

Slide 17 - Tekstslide

3. Afstemmen
De geadviseerde staat meer open voor jou ideeën. Zelfde golflengte. Afstemmen is bevordelijk voor het accepteren van een advies.
Afstemmen wordt ook wel een Matching of Spiegelen genoemd. Dit kan je doen door>
oogcontact, ooghoogte, taal, sleutelwoorden, spreeksnelheid, stemvolume, inhoud, gebaren, lichaamshouding

Slide 18 - Tekstslide

5. Assertiviteit
Je kan je eigen mening geven als dat gevraagd wordt maar......
*laat OMA thuis
*ik bood schap
*ruimte laten voor de ander
*respect
Het is niet je gelijk halen maar vanuit de Ik boodschap wordt het gelijkwaardig en respectvol

Slide 19 - Tekstslide

4. Aanvullen
Eest afstemmen>  relatie/ accepteren daarna aanvullen.
Aanvullen betekent een nieuw gezichtspunt of een andere werkwijze aandragen.
Maak geen gebruik van valkuilen van de ander dit kan weerstand oproepen.

Slide 20 - Tekstslide

Structuur gesprek
1. begroeten en open houding tonen, rolverdeling verduidelijken
2. probleem en beleving laten formuleren en onderzoeken
3. samenvatting geven van probleem en beleving, dit toetsen bij de ZV
4. onderzoeken wat de zorgvrager tot nu toe deed aan de oplossingen, en welke uitwerkingen deze hadden
5. samen andere oplossingen onderzoeken en conclusies trekken
6. gesprek evalueren en tevredenheid peilen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

6. Alternatieven
De zorgvrager kan negatief reageren op je oplossing. 
Reageer op de negatieve reactie en beantwoord deze met alternatieven te zoeken.
Zie weerstand niet als kritiek. Vraag bv waar zit precies de pijn in de oplossing.
Probeer van een bezwaar een onderhandelbare voorwaarde te maken.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Motiverend gesprek
Doel> gedragsverandering en leren omgaan met....

Slide 25 - Tekstslide

Fasen van verandering
1. Voorbeschouwing: de cliënt heeft (nog) geen intentie om te
veranderen. Vaak is de potentiële(mogelijke) cliënt zich niet bewust van een probleem of
ontkent hij dat hij een probleem heeft. In veel gevallen ervaart de omgeving van de cliënt
het probleem wel. Pogingen van een hulpverlener om een cliënt zich bewust te laten
worden van het probleem en een verandering in gang te zetten stuiten op weerstand.

2. Overpeinzing: de cliënt is zich bewust van het probleem en overweegt wat
het kan opleveren als hij zijn gedrag verandert. De motivatie om iets te gaan doen is
aanwezig, maar hij onderneemt nog geen actie.

Slide 26 - Tekstslide

5. Onderhoud: dit stadium is het moment waarop de cliënt probeert om het
nieuwe gedrag in zijn dagelijks leven te integreren. Alleen op die manier is hij in staat om de bereikte verandering vast te houden en niet terug te vallen.

6. Terugval: meestal is een cliënt niet in staat om het bereikte resultaat volledig te handhaven en krijgt hij een terugval. Een cliënt hoeft niet elke keer dat hij terugvalt, helemaal opnieuw te beginnen.

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren of is onduidelijk?

Slide 28 - Open vraag

Strategieën 
Houdingsaspecten:
* Empathie
* Niet moraliserende houding
* Actief luisteren
* Niet meteen oplossing aandragen
* Discussie vermijden
* Inzicht krijgen in balans tussen kennis, gevoelens, en gedrag



Slide 29 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
1> Non verbale technieken
2> Basis gesprekstechnieken
3> Complexe gesprekstechnieken

Slide 30 - Tekstslide

Non verbale technieken
> oogcontact
> houding
> gezichtsuitdrukking
>toon van de stem

Slide 31 - Tekstslide

Basis gesprekstechnieken
> Papegaaien ( herhalen)
> parafraseren
> reflectie op inhoud, bv afspraken
> reflectie van conflict, 2 kanten van een verhaal
> reflectie van gevoel
> concretiseren
> samenvatten

Slide 32 - Tekstslide

Complexe gesprekstechnieken
> positief her etiketteren, negatieve gevoelens, gedachten in een positieve context terug geven
> Provoceren, advocaat van duivel, gebruik deze als de cliënt niet verder komt
> columbo, je stelt je wat onhandig, en naïef op, de ander wordt als deskundige gezien. kan je gebruiken als er een machtsstrijd aan gegaan wordt met jou.

Slide 33 - Tekstslide

> het geven van adviezen, na toestemming

> informatie verstrekken, objectief

Slide 34 - Tekstslide

3. Besluitvorming: de cliënt neemt pas een besluit op het moment dat hij
zich bewust is van het probleem, dit ook als probleem erkent en voldoende vertrouwen heeft in zijn mogelijkheden om te veranderen. In dit stadium maakt de cliënt een plan waarmee hij zijn gedrag kan veranderen.

4. Actie: de cliënt onderneemt actie om zijn gedrag te veranderen. De eigenlijke behandeling, gericht op verandering, vindt in dit stadium plaats

Slide 35 - Tekstslide