In de (+) bevestigende zin schrijf je het werkwoord in de verleden tijd:
SAWIn de (-) ontkennende zin schrijf je ALTIJD DIDN'T + het hele werkwoord (dus niet in de verleden tijd --> didn't SEE).
Een vraagzin in de past simple begint altijd met DID. Daarna gebruik je het hele werkwoord. (Did .... SEE)