Par 6.3 Luchtdruk en waterkringloop

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Par 6.3 Luchtdruk en waterkringloop

Lezen

Basis: blz 112, stukjes luchtdruk en ons weer wordt boven de oceaan gemaakt.

Kader: blz 12, stukjes luchtdruk en het weer bij hoge en lagedruk gebieden. 

Leerdoelen

- Je weet wat luchtdruk is en hoe wat dat meten.

- Je kunt uitleggen wat isobaren zijn en je kunt luchtdruk aflezen van een kaart.

- Je weet wat een hogedrukgebied is en kunt de kenmerken noemen.

- Je weet wat een lagedrukgebied is en kunt de kenmerken noemen.

- Je weet dat we een lagedrukgebied ook wel een depressie noemen.

- Je weet dat we een hogedrukgebied ook wel een maximum noemen.

- Je kunt het weer voorspellen aan de hand van een weerkaart.

- Je kunt uitleggen wat stijgingsneerslag is en weet hoe het ontstaat.

- Je kent het begrip luchtvochtigheid en weet welke lucht veel vocht bevat.

- Je kent de drie condities van water.

- Je kunt de waterkringloop uitleggen en kent begrippen als infiltreren, afstromen en verdampen.

Quiz

Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Wat is de juiste volgorde van binnenkomst van de groepen migranten?

1. Indonesiers, vluchtelingen, gastarbeiders
2. Vluchtelingen, gastarbeiders, Indonesiers
3. Vluchtelingen, seizoensmigranten en Indonesiers
4. Indonesiers, gastarbeiders en vluchtelingen

In welke provincies is er veel vergrijzing?

1. Groningen, Drenthe en Noord-Holland
2. Flevoland, Noord-Holland en Utrecht
3. Groningen, Drenthe en Limburg
4. Utrecht, Flevoland en Friesland

Wat is een ander woord voor congestie?

1. Infrastructuur
2. Migratie
3. File
4. Drempelwaarde

Sleep de begrippen op de juiste plek

A

B

C

D

Zomerdijk

Uiterwaarde

Winterdijk

Overloopgebied

Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?

1. zorgen voor goede waterkwantiteit
2. zorgen voor goede waterkwaliteit
3. zorgen voor goede waterkeringen
4. rivieren bevaarbaar houden

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats

Dijkverhoging

Dijkverlegging

Nevengeul

Uiterwaardverlaging

Kribverlaging

Windkracht wordt gemeten op de Schaal van Richter

1. waar
2. niet waar

Bij een hogere breedte verwarmen zonnestralen een groter oppervlak

1. waar
2. niet waar

Temperatuurfactoren zijn:
breedte ligging, hoogteligging, gesteldheid van het aardoppervlak en UV-straling

1. waar
2. niet waar

Een landwind maakt dat de gemiddelde temperatuur in de winter
warmer wordt

1. waar
2. niet waar

Wat is de definitie van klimaat?

1. Het gemiddelde weer, gemeten over een lange periode (30 tot 40 jaar).
2. De gesteldheid van het aardoppervlak in een bepaald gebied.
3. De opeenvolging van de seizoenen in een bepaald gebied.
4. De weersgesteldheid in een bepaald jaar.

Mindmap

Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Herhalen

Weerselementen:

Temperatuur, wind, bewolking, neerslag.

Temperatuurfactoren:

Hoogteligging.

Breedteligging.

Gesteldheid van het aardoppervlakte.

Luchtdruk

Lucht heeft gewicht.

1 liter lucht weegt 0,003 gram.

Het gewicht van de lucht drukt op de aarde.

Dat noem je luchtdruk

Luchtdruk

Luchtdruk kun je meten met een barometer.

HectoPascal.

Weerkaart

Op een weerkaart staat ook de luchtdruk.

Gebieden met dezelfde luchtdruk worden met elkaar verbonden door lijnen:

Isobaren.

Grote luchtdrukverschillen en isobaren kort op elkaar: harde wind

Hoge druk 

Hoge druk = dalende lucht

Symbool op de kaart = H

Getal > 1000 is H

Welk weertype hoort bij H?

- geen bewolking

- warm in de zomer

- koud in de winter

Lage druk

Lage druk = stijgende lucht

Symbool op de kaart = L

Getal < 1000 = L

Depressie

Welk weertype hoort bij L?

- wolken

- neerslag

- koel in de zomer

- zacht in de winter

Quiz

Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Hoe verder de isobaren van elkaar afliggen hoe harder het waait

1. waar
2. niet waar

Wat is een isobaar?

1. Een lijn die punten van gelijke neerslagintensiteit verbindt.
2. Een lijn die punten van gelijke luchtdruk verbindt.
3. Een lijn die punten van gelijke windkracht verbindt.
4. Een lijn die punten van gelijke temperatuur verbindt.

Lagedrukgebied

Hogedrukgebied

Slecht weer

Mooi weer

Droog

Zonnig

Bewolkt

Neerslag

Weinig luchtdeeltjes

Veel luchtdeeltjes

Lucht stijgt

Lucht daalt

Plaats de Hoge (H) - en lagedrukgebieden (L) op de juiste plek

H

H

L

L

L

Een lage drukgebied heet ook wel een depressie

1. waar
2. niet waar

Hoe heet een instrument om luchtdruk te meten?

1. Thermometer
2. Barometer
3. Windroos
4. Regenmeter

En nu?

Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.

Maak de vragen van paragraaf 3.

Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Het weer als de luchtdruk verandert..

Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L 

                   Dit is => wind

Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder 

                    het waait.

Hoe zie je dat op een weerkaart? => isobaren