Les 2 Schrijven 2A

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Les 2 Schrijven 1A

Examen op woensdag 19 juni om 13.15 uur

Leerdoelen

Aan het einde van de les

• kun je twee punten benoemen die je hebt geleerd en/of wilt onthouden over de zakelijke e-mail;
• heb je een zakelijke e-mail geschreven. 

Er zijn 7 punten waarop je brief wordt beoordeeld. Hoeveel weet je er nog? Schrijf zoveel mogelijk criteria op.

Geef voorbeelden van een juiste aanhef.

Lees de e-mail op de vorige dia. Geef minimaal 1 top. Geef daarna 1 tip.

Feedback

Iedereen heeft persoonlijke feedback ontvangen. In het algemeen de volgende tips:

• Bedenk goed wie jouw publiek/doelgroep is. Welke informatie heeft de lezer nodig?
• Houd je aan je doel. Bij de huiswerkopdracht was het doel niet alleen informeren, maar ook overtuigen. Dus, enthousiasmeer de lezer!
  
• Maak alinea's. Hierdoor wordt je e-mail leesbaarder.
• Zorg niet alleen voor een goede aanhef, maar ook een nette afsluiting.

Opdracht 2

Op de volgende dia's vind je eerst de casus en daarna de opdracht. De opdracht krijg je ook van de docent op papier tijdens de les en je vindt de opdracht als bijlage in de Teamsomgeving, waar je je tekst ook inlevert.

• Schrijf een zakelijke e-mail naar deze ontevreden klant.

• Leg uit waarom je het vervelend vindt dat dit is gebeurd.

• Noem twee redenen waarom de klant zeker nog eens terug moet komen.

• Doe de klant een aantrekkelijk voorstel.

Tip: denk aan het maken van alinea’s!

Volgende week: klachtenmail

Je hebt vorige week een wasmachine gekocht. Helaas is er een probleem met deze wasmachine. De winkel waar je de wasmachine hebt gekocht, adviseert je een e-mail te sturen aan de klantenservice. In deze e-mail:

• leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
  
• vertel je wanneer én waarom je de wasmachine hebt gekocht;
  
• beschrijf je wat precies je klacht is. De klacht mag je zelf verzinnen;
  
• leg je uit waarom je dit vervelend vindt. Noem minimaal twee redenen;
  
• stel je een oplossing voor en leg uit waarom je snel een oplossing wilt;
  
• sluit je passend af.
  

Stuur je e-mail naar: [e-mail]. Zet boven je e-mail het onderwerp dat je ook zou gebruiken als je de e-mail naar de winkel zou sturen (dus niet: Opdracht Nederlands).

Noem 2 punten uit deze les die je wilt onthouden.