Herhaling speltheorie en intr collectieve goederen

Online les klas 4
dinsdag 30 maart
herhaling gevangenedilemma
introductie collectieve goederen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Online les klas 4
dinsdag 30 maart
herhaling gevangenedilemma
introductie collectieve goederen

Slide 1 - Tekstslide

programma
Lesdoel
Ophalen voorkennis mbt gevangenendilemma
Kenmerken van collectieve goederen
Collectief gevangenendilemma

Werk voor de rest van de les

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Eind van de onlineles:
  • Ken je de kenmerken van een gevangenendilemma
  • Ken je de kenmerken van een collectief goed
Eind van de hele les:
  • Kun je eigen voorbeelden geven van een collectief goed, een club goed, een gemeenschappelijk goed en een individueel goed

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van een gevangenendilemma

Slide 4 - Open vraag

Twee bedrijven. Beide keizen voor een hoge prijs of lage prijs. Bij lagere prijs dan de concurrent pak je grootste deel van de klanten

Hoog
Hoog
Laag
Laag
 50, 50
 75, 75
 30, 80
 80, 30

Slide 5 - Sleepvraag

Kenmerken van collectieve goederen
1) Niet uitsluitbaar : niemand kan van het gebruik worden uitgesloten

2) Niet rivaliserend : het gebruik van 1 iemand gaat niet ten koste van het gebruik van iemand anders (het gaat niet op)

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van collectieve goederen
Voorbeeld

1) Niemand kan van de bescherming
van de dijk worden uitgesloten

2) De dijk kan iedereen tegelijkertijd beschermen (als meneer de Vries wordt beschermd, kan meneer Jansen nog steeds worden beschermd)

Slide 7 - Tekstslide

Meebetalen of niet? Opdracht 1
  • Fokke en Sukke hebben allebei een kraampje en verdienen 80 euro
  • Ze moeten de straat schoonmaken, als de straat niet schoon is worden ze weggestuurd (verdienen niets)
  • Kunnen schoonmaker inhuren voor 100 euro, maakt de hele straat schoon
  • Meebetalen of niet?

Slide 8 - Tekstslide

Meebetalen of niet? Schoonmaker kost 100. Blijven verkopen levert 80 op

Niet
Niet
Wel
Wel
Fokke
Sukke
80,-20
 30,30
 -20,80
 0,0

Slide 9 - Sleepvraag

ik: wel dijk en geld kwijt
Rest: wel dijk en geld kwijt
Ik: geen dijk en geld kwijt
Rest: geen dijk en geen geld kwijt
Ik: wel dijk en geen geld kwijt
Rest: wel dijk en geld kwijt
ik: geen dijk en geen geld kwijt
Rest: geen dijk en geen geld kwijt
Rest van het dorp
Wel
Niet
Ik
Wel
Niet

Slide 10 - Tekstslide

Waarom komt de dijk er toch niet?

Slide 11 - Open vraag

Werk voor de rest van de les en huiswerk
Zie magister

Slide 12 - Tekstslide