Fast fashion

Hoe zit het bij jou?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NCZSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hoe zit het bij jou?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak kopen jullie kleding per maand?
Ik koop niet elke maand kledij.
1 keer per maand
2 keer per maand
Meer dan 2 keer per maand

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Over hoeveel stukken gaat dat dan per maand?
-120

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen jullie met kledij die je niet meer draagt?

Slide 4 - Woordweb

Minder dan 1% van alle kledij wordt gerecycleerd.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fast fashion

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Take - make - waste
Met 30 - 50 collecties per jaar is de levensduur van een kledingstuk in een fast fashion winkel beperkt tot een paar weken. Bij een traditioneel businessmodel neem je de grondstoffen, je maakt er iets van, je verkoopt het
en na gebruik wordt het weggegooid. 
Dit heet het TAKE-MAKE-WASTE model.


Hier komt stilaan verandering in; circulaire businessmodellen geven een duurzame draai aan dit klassieke lineaire model.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Enkele vragen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel nieuwe kledingstukken koop jij per jaar?
A
< 30
B
< 60
C
< 100
D
< 200

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weetjes
  • 80% van je tijd draag je maar 20% van je garderobe.

  • In 2014 werden er wereldwijd voor het eerst meer dan 100 miljard kledingstukken gemaakt.

  • De wereldpopulatie nam tussen 2000 en 2014 met 19% toe, maar de vraag naar kleding groeide in deze periode met 60%.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar koop je jouw kledij?
A
vooral via tweedehandswinkels/Vinted/…
B
vooral via (eerder goedkopere) ketens zoals H&M, Zara, C&A,..
C
Vooral via (eerder duurdere) boetieks zoals Xandres, Gigue, Ralph Lauren,..
D
vooral via merken waarvan ik weet dat ze duurzaam zijn (Patagonia, ­ Vaude,..)

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat als je koopt in tweedehandswinkels?
Voordeel:
  • Je draagt niet bij tot nóg meer kledingproductie. We hebben al veel kledij op de wereld en in onze kledingkast.
  • Kledij maken is vervuilend. Gemiddeld gebruikt men voor één T-shirt minstens 2700 liter water. Tweedehands kledij kopen draagt bij tot een kleinere watervoetafdruk! Daarnaast beperken we zo het transport en dus de CO2-uitstoot.
We steunen er lokale initiatieven mee.
  • We stellen ons als consument kritisch op tegenover kledij.

Nadeel:
  • Geen directe verandering in de omstandigheden in de lageloonlanden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang draag jij gemiddeld een kledingstuk?
A
< 3 maanden
B
< 6 maanden
C
< 1 jaar
D
> 1 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weetje
Bijna drie vijfde van alle kleding wordt binnen een jaar na productie afgedankt en komt grotendeels in verbrandingsovens of op een stortplaats terecht.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kg kledij wordt er gemiddeld per persoon per jaar weggegooid denk je?
A
5 kg
B
10 kg
C
20 kg
D
30 kg

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 2014 bedroeg de wereldwijde consumptie van textiel en kleding 50 miljoen ton.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quizvraag

hoger: 73 miljoen ton
Hoeveel gebruikte kleren worden er per seconde verbrand?
A
1 kruiwagen
B
1 auto
C
1 vrachtwagen
D
1 schipcontainer

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vóór de verkoop wordt er per textielfabriek al 5 tot 25% van de jaarlijkse productie weggegooid.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 18 - Quizvraag

hoger: 73 miljoen ton
Amerika heeft per jaar ongeveer 5 miljoen kilogram textielafval.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord hoger 11 miljoen
Voor één katoenen T-shirt is er ongeveer 500 liter water nodig.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quizvraag

hoger: 2720 liter water.
Fast fashion op steroïden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies