Hoofdstuk 5 Water in Nederland

Welkom bij Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 5: Water in Nederland
Paragraaf 5.1: Een land met veel water

Op tafel: leerboek, werkboek, JDW-map, pen
Telefoon in het zakkie! 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 5: Water in Nederland
Paragraaf 5.1: Een land met veel water

Op tafel: leerboek, werkboek, JDW-map, pen
Telefoon in het zakkie! 

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
Water in Nederland
China: een machtig land in Azië

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Belangrijke begrippen: Laag-Nederland, Hoog-Nederland, sedimentatie, oeverwallen, inklinken, komgronden, delta, duinen, hoogveen, laagveen, dijken, polder, zeepolder, veenpolders, droogmakerij, deltaplan, stroomgebied

Leerdoelen:
  • Je kan het Nederlandse landschap beschrijven;
  • Je kent de gevaren van hoog en laag water in NL;
  • Je kent het stroomgebied van de Nederlandse rivieren;
  • Je kent het overstromingsgevaar van Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Dit gaan we deze les doen:
  • Introductie onderwerp Water in Nederland
  • Uitleg paragraaf H5.1
  • Quiz
  • Afronding 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Kaart

Water in Nederland

Slide 7 - Woordweb

Nederland kan je in tweeën delen
Laag- Nederland:
-  Lager dan 1m boven de zeespiegel
-  De zee had een grote rol bij ontstaan landschap
Hoog-Nederland
- Hoger dan 1m boven de zeespiegel
- De rivieren stromen uit in de zee
Wat betekent zeespiegel?
Het niveau/ oppervlak van de zee 

Slide 8 - Tekstslide

Nederland in het jaar 50 na Christus
Wat zie je?

Slide 9 - Tekstslide

Rivieren 
Stromen van hoog naar laag
Stromen van snel naar langzaam

Doordat het water zijn kracht verliest,
legt het haar materiaal neer
= sedimentatie

Dit gebeurt in het rivierengebied
(figuur 3, bladzijde 72)

Slide 10 - Tekstslide

Nederland is verdeeld in 2 delen:

Slide 11 - Open vraag

Laag-Nederland is
A
Ligt hoger dan 1m boven de zeespiegel
B
Ligt lager dan 1m boven de zeespiegel

Slide 12 - Quizvraag

Hoog-Nederland ligt..
A
Ligt hoger dan 1m boven de zeespiegel
B
Ligt lager dan 1m boven de zeespiegel

Slide 13 - Quizvraag

Laag-Nederland vind je vooral aan het.....
A
Westen
B
Oosten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is sedimentatie?

Slide 15 - Open vraag

Volgende les gaat over rivieren

Slide 16 - Tekstslide

Welkom bij Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 5: Water in Nederland
Paragraaf 5.1: Een land met veel water

Op tafel: leerboek, werkboek, JDW-map, pen
Telefoon in het zakkie! 

Slide 17 - Tekstslide

Dit gaan we deze les doen:
  • Uitleg rivieren
  • Belangrijke begrippen
  • Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat was sedimentatie ook al weer? (vorige les)

Slide 20 - Open vraag

Sedimentatie
Nu: dijken als bescherming tegen de rivieren 
Vroeger: overstroomde het gebied

Naast de rivier werd zand afgezet
Verder van de rivier af werd klei afgezet


Slide 21 - Tekstslide

Sedimentatie
Zand: grotere en ronde korrels --> drogen op --> komen door hun vorm niet zo dichtbij elkaar --> hoge "ruggen" direct naast de rivier= ontstaan oeverwallen

Klei: heel klein en plat --> droogt heel langzaam op --> het gebied zakt langzaam in, dat noem je inklinken -->  gebieden met klei liggen lager in het landschap= deze noemen we de komgronden

Slide 22 - Tekstslide

Teken bij je aantekeningen
Oeverwallen
Hoger deel van het rivierengebied, vlak langs de rivier
Komgronden
Laaggelegen deel van het rivierengebied

Slide 23 - Tekstslide

Rivieren
Het steeds verder vertakken van de
monding van de rivier= de .. delta

Slide 24 - Tekstslide

Wind, zee en de ijstijd
Oh, Oh, Den Haag.... Mooie stad achter de.........


Slide 25 - Tekstslide

Wind, zee en de ijstijd
Oh, Oh, Den Haag.... Mooie stad achter de...........................................................
                                                    DUINEN!


Duinen= heuvel van zand, die door de wind is 
neergelegd

Slide 26 - Tekstslide

Warm, koud, warm, koud, warm, koud......
Het gesmolten rivierwater en door neerslag ontstonden er in Laag-Nederland grote zoetwatermoerrassen met waterplanten en riet..... Doordat ze continu onder water stonden verrotten ze niet.... Boven op de afgestorven plantenresten groeiden steeds weer nieuwe planten...= ontstaan veen

No worries! Komt in de volgende les nog uitgebreid terug :) 

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk (in de JDW-map): begrippenlijst met betekenis, in je eigen woorden. 
Belangrijke begrippen: Laag-Nederland, Hoog-Nederland, Sedimentatie, Oeverwallen, Inklinken, Komgronden, Delta, Duinen, Hoogveen en Laagveen

Volgende les: Strijd met het water (H5.2)

Slide 28 - Tekstslide

Welkom bij Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 5: Water in Nederland
Paragraaf 5.2: Strijd tegen het water

Op tafel: leerboek, werkboek, JDW-map, pen
Telefoon in het zakkie! 

Slide 29 - Tekstslide

Dit gaan we deze les doen:
  • Herhalen
  • Start paragraaf 5.2
  • Verwerkingsopdracht
  • Afsluiting

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen komgronden en oeverwallen?

Slide 31 - Open vraag

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
het inzakken van de grond door opdroging van klei en veen en verrotting van veen
A
Sedimentatie
B
Inklinken
C
Delta
D
Laagveen

Slide 32 - Quizvraag

Waarom vind je vertakkingen aan de monding van de rivier?

Slide 33 - Open vraag

Het veenlandschap in Nederland
Veen= natte grondsoort die bestaat uit afgestorven plantenresten


Laagveen
Ontstaat in Laag-Nederland door afsterven riet in moerasachtig- gebied
Hoogveen
Ontstaat in Hoog-Nederland door het vormen van veenmos

Slide 34 - Tekstslide

5.2: Strijd met het water. Waarom?
Waar zijn wij? En wat zie je?

Slide 35 - Tekstslide

Polders
Zo'n bekend woord: maar wat is het eigenlijk?

Kijkopdracht: schrijf de woorden op die je NIET kent/ begrijpt!

Slide 36 - Tekstslide

Polders
Bespreken moeilijke woorden/ belangrijke begrippen.
Welke heb je opgeschreven? Zoek de betekenis op in je leerboek. Werk zachtjes samen met je buur!


Slide 37 - Tekstslide

Polders
Dijken=  Een door mensen aangelegde waterkering die het achterliggende land beschermt tegen overstromingen
Polders= Een door dijken omgeven gebied waar de mens kunstmatig de waterstand kan regelen
Zeepolders= Een polder die is ontstaan door een dijk te leggen om een stuk land dat door de zee is opgebouwd
Veenpolders= Een drooggemaakt veenmoeras, dat door het laten weglopen van water is ingeklonken
Droogmakerij= Een drooggemaakt meer of stuk van de zee
Gemaal= Dient om een bepaald gebied leeg te pompem
Welke nog meer?

Slide 38 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Ga naar: play.blooket.com

Slide 39 - Tekstslide

Afronding
Volgende les: laatste stuk H5.2 - Het Deltaplan en Ruimte voor de rivier. 

Huiswerk: samenvatting maken van bladzijde 75. 

Slide 40 - Tekstslide

Welkom bij Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 5: Water in Nederland
Paragraaf 5.2: Strijd tegen het water

Op tafel: leerboek, werkboek, JDW-map, pen
Telefoon in het zakkie! 

Slide 41 - Tekstslide

Vorige les, waar ging die over?

Slide 42 - Woordweb

Dit gaan we deze les doen:
  • Uitleg: Deltaplan en Ruimte voor de Rivier
  • Wat komt er in de SO?
  • Verwerkingsopdracht:
  • Afronding 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Het Deltaplan
Dus, om nóg zo'n watersnoodramp te voorkomen is het
Deltaplan gemaakt. 




Slide 45 - Tekstslide

Het Deltaplan
  • 1953: Watersnoodramp - 1.800 mensen verdronken

  • Voorkomen: Deltaplan
       -  Kustlijn korter gemaakt Zeeland en Zuid-Holland
       -  Nieuwe dammen en dijken gebouwd
        - Strengere regels voor Nederlandse kust

Slide 46 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 47 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier
Veel overstromingen in stroomgebied Rijn en de Maas


  • Maatregel 1: dieper maken rivieren
  • Maatregel 2: verder uit elkaar leggen van de dijken 
  • Maatregel 3: graven tweede watergeul

Slide 48 - Tekstslide

Wat komt er in het SO?
Belangrijke begrippen; 
H5.1; Laag-Nederland, Hoog-Nederland, sedimentatie, oeverwallen, inklinken, komgronden, delta, duinen, hoogveen en laagveen. 
Vaardigheden: leerling kan het Nederlands landschap beschrijven, leerling kent de gevaren van hoog en laag water in Nederland

Belangrijke begrippen;
H5.2; dijken, polder, zeepolders, veenpolder, droogmakerij, deltaplan en stroomgebied
Vaardigheden: leerling kent het stroomgebied van de Nederlandse rivieren, leerling kent het overstromingsgevaar van Nederland

Slide 49 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Maken opdracht 5, 6 en 7 in je werkboek bladzijde 96 en 97

Slide 50 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk: maken samenvatting paragraaf 5.1 en 5.2
                      - Kies de juiste woorden op de lege plekken. De woorden waar je                               uit kan kiezen staan boven het stukje tekst. 
Volgende les: bespreken samenvatting 

Slide 51 - Tekstslide