In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel
Slide 8 - Sleepvraag
Een voorbeeld van een biotische factor is:
A
Grondsoort
B
Hoeveelheid wind
C
Roofvijanden
D
Temperatuur
Slide 9 - Quizvraag
Een voorbeeld van een abiotische factor is:
A
Hoeveelheid licht
B
Voeding
C
Concurrentie
D
Schuilplaats in een boom
Slide 10 - Quizvraag
Lees de afbeelding hiernaast.
Wat zijn 2 abiotische factoren die in de tekst genoemd worden?
A
Waterplanten & water
B
Ondiepe vijver & reigers
C
Hoeveelheid zon & ondiepe vijver
D
Water & reigers
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied?
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.
A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet
Slide 19 - Quizvraag
Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.
A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten
Slide 20 - Quizvraag
Woestijnplanten gaan waterverlies tegen door:
A
Dunne grote bladeren
zonder waslaag
B
Dikke kleine bladeren
met waslaag
Slide 21 - Quizvraag
Planten in het tropisch regenwoud hebben:
A
Veel huidmondjes
om het vocht kwijt te raken
B
Weinig huidmondjes om het vocht kwijt te raken
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Dieren in warme streken hebben:
A
Kleine oren, om hun warmte kwijt te raken
B
Grote oren, om hun warmte kwijt te raken
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Plooikiezen horen bij:
A
Alles eters
B
Planteneters
C
Vleeseters
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Een haaksnavel is voor het eten van..
A
Planten
B
Zaden
C
Vlees
D
Insecten
Slide 31 - Quizvraag
Haaksnavel
Zeefsnavel
Pincetsnavel
Kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.