iemand waarvan gezegd wordt dat zij niet het goed geloof hebben
iemand met de opdracht (missie) om mensen te bekeren tot het christendom
Slechte dingen die mensen doen
1 / 29
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bekeren
Heiden
Missionaris
Zonden
iemand een andere godsdienst aan laten nemen
iemand waarvan gezegd wordt dat zij niet het goed geloof hebben
iemand met de opdracht (missie) om mensen te bekeren tot het christendom
Slechte dingen die mensen doen
Slide 1 - Sleepvraag
Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Abt
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Godsdienstig leider
Iemand die niet het katholieke geloof heeft
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Verschillen tussen horige en vrije boeren
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het domein:
Een domein: dorp met landbouwgrond dat bewerkt word volgens het hofstelsel.
Het gebied is van een edelman of een klooster
Slide 8 - Tekstslide
Het hofstelsel:
De grond op het domein werd verdeeld in 2 stukken
een deel akkers van de heer (leenman) het andere deel 'eigen' akkers van horige boeren.
Slide 9 - Tekstslide
Om op het land te mogen wonen moeten horigen.....
1. pacht betalen --> deel van de oogst
2. herendiensten doen --> vast aantal dagen werken voor de heer. Bijv. werken op de akkers van de heer, hekken maken, sloot graven enz.
Slide 10 - Tekstslide
het hofstelsel
Slide 11 - Tekstslide
In ruil hiervoor....
1. een stukje grond om op te wonen.
2. bescherming tegen rovers of oorlog.
Slide 12 - Tekstslide
Een horige:
hoort bij het domein, is gebonden aan de grond van de heer. Verkoopt de heer de grond of geeft hij dit weg dan horen de horigen daar ook bij.
Een horige mag niet:
- zonder toestemming het domein verlaten.
- trouwen zonder toestemming van de heer.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe werd je horige?
- afstammelingen van slaven uit de Romeinse tijd die een eigen lapje grond hadden gekregen om te bewerken.
- afstammelingen van vrije boeren die hun grond aan een klooster of edelman hadden gegeven in ruil voor voedsel na mislukte oogsten of in ruil voor bescherming.
Slide 14 - Tekstslide
De standenmaatschappij in de Middeleeuwen
stand: een groep met een vaste sociale positie.
Slide 15 - Tekstslide
Standen in de middeleeuwen:
Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)
Tweede stand: Edelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)
Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Ongelijkheid:
De eerste en tweede stand hadden privileges: speciaal recht, voorrechten. ten opzichte van de derde stand.
Ook hadden ze heerlijke rechten: recht van de heer in het gebied.