11.3 Zwangerschap

Start opdracht:
  • Waar vindt de bevruchting plaats?
  • Wat is bevruchting?
  • Wat is innesteling?

Maak in je schrift of vraag een blaadje
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Start opdracht:
  • Waar vindt de bevruchting plaats?
  • Wat is bevruchting?
  • Wat is innesteling?

Maak in je schrift of vraag een blaadje

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

11.3 zwangerschap
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingstoffen krijgt.

Slide 3 - Tekstslide

Innesteling
Als de bevruchte eicel door de eileider is gegaan, komt deze in de baarmoeder. 
In de baarmoederwand nestelt de eicel zich in, pas dan is de vrouw zwanger. 
Er ontstaan een placenta en vruchtvliezen

Slide 4 - Tekstslide

0 t/m 12 weken embryo: alle organen ontwikkelen zich
na 12 welken foetus: alles zit er al aan, het kindje groeit nu vooral nog.

Slide 5 - Tekstslide

Veranderingen bij de vrouw
  • Eerste 12 weken nog niks te zien, wel kan de vrouw zich moe en misselijk voelen
  • Na 20 weken kan de vrouw het kindje voelen bewegen
  • Organen van de vrouw komen in de verdrukking, vaker plassen
  • De melkklieren groeien

Slide 6 - Tekstslide

baarmoeder

Slide 7 - Tekstslide

Groeien van de baarmoeder

Slide 8 - Tekstslide

Navelstreng
De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.
De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek. 

Slide 9 - Tekstslide

Placenta
De placenta zorgt dat het kind voeding en zuurstof krijgt, dus kan groeien. 

Afvalstoffen, zoals koolstofdioxide gaan van het bloed van het kindje naar het bloed van de moeder.

Slide 10 - Tekstslide

Placenta
Het bloed van zowel de moeder als het kind loopt hier langs elkaar om stoffen uit te wisselen

Slide 11 - Tekstslide

De vruchtvliezen
Het embryo drijft in een vloeistof, dit is het vruchtwater, hieromheen zitten de vruchtvliezen  
Dit beschermt tegen schokken of stoten. 

Ook houdt het de temperatuur constant

Slide 12 - Tekstslide

Het effect van schadelijke stoffen
  • Nicotine, alcohol en drugs zijn schadelijke voor de baby.
  • Daardoor groeit het kindje minder krijgt afwijkingen of gaat dood.

Een embryo kan door deze oorzaken worden afgestoten door het lichaam van de vrouw in de eerste 12 weken, dat noem je een miskraam.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken 11.3
1 tot en met 15

Slide 14 - Tekstslide

11.3 zwangerschap
check Leerdoelen:
Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingstoffen krijgt.

Slide 15 - Tekstslide

11.3 zwangerschap les 2
Leerdoelen:

- Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens de bevalling
- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke fasen heeft een bevalling?
De bevalling bestaat uit 3 fasen:
  1. Ontsluiting
  2. uitdrijving
  3. Nageboorte

Slide 18 - Tekstslide

Een bevalling komt op gang met....
Vanaf 6 weken voor de bevalling beginnen de spieren van de baarmoeder samen te trekken. Dit noem je een wee. De eerste weeën zijn indalingsweeën, hierdoor begint de indaling: het kindje draait in de baarmoeder en het komt met het hoofdje bij de baarmoedermond liggen. 

Na gemiddeld 40 weken is het kindje volgroeid en word de baby geboren. De verloskundige of een arts helpen bij de bevalling. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
1. Bij ontsluiting gaat de baarmoedermond een stukje open dit word veroorzaakt door weeën. 
2. Door persweeën word het kindje naar buiten gedrukt dit noem je uitdrijving.
3. Na de geboorte moet de placenta + navelstreng 'geboren' worden, dit noem je de nageboorte.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe ontstaat een tweeling?
Lees de groene tekst op blz 48

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Opdrachten maken 11.3
Maak alle opdrachten van 11.3.
Woensdag SO 11.1 tm 11.3

Slide 24 - Tekstslide