Les 28-08-2020, paragraaf 1.2

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, aanwezigheid en huiswerk controle
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, aanwezigheid en huiswerk controle
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van een tegenprestatie
A
Krantenlopen
B
Oppassen
C
Kleedgeld
D
Reisgeld

Slide 2 - Quizvraag

Nick krijgt iedere vrijdag € 2 zakgeld van zijn moeder. Wat voor soort inkomen is zakgeld ?
A
Inkomen met tegenprestatie
B
Inkomen zonder tegenprestatie
C
Inkomen in natura
D
Gratis geld

Slide 3 - Quizvraag

Piet werkt vijf dagen per week als schoonmaker. Dit is een vorm van inkomen....
A
met tegenprestatie
B
zonder tegenprestatie

Slide 4 - Quizvraag

Welke van onderstaande antwoorden vallen onder niet-vrij besteedbaar inkomen ?
A
Reisgeld
B
Kleedgeld
C
Zakgeld

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen:
1. Ik kan inkomsten over verschillende perioden omrekenen. 
2. Ik kan inkomsten vergelijken met elkaar.

HUISWERK: Opdrachten paragraaf 1.2
Rekentrainer 1.1 + 1.2

Slide 6 - Tekstslide

vraag
je krijgt € 5,- per week zakgeld. Hoeveel is dat per maand?

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijken

Inkomsten en uitgaven hebben vaak een bepaalde regelmaat:

per week, per maand, per jaar


Je kunt inkomsten en uitgaven alleen vergelijken als ze over dezelfde periode gaan, bijv. over een week of of over een maand

Slide 8 - Tekstslide

Omrekenen naar andere periode 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Het lidmaatschap van de voetbal kost € 4,- per week. Hoeveel kost de voetbal per maand?

Slide 11 - Open vraag

Uitleg
- altijd eerst omrekenen naar jaar.
Dus € 4,- x 52 weken = € 208,-
Dan € 208,- delen door 12 maand = € 17,33 per maand

Slide 12 - Tekstslide

Andere periode

Lonen en uitkeringen worden meestal per maand uitbetaald.

Ontvangsten kunnen ook per week, per kwartaal of per jaar voorkomen.

Als je ze wilt vergelijken, moet je ze omrekenen naar dezelfde periode.


Dit kun je ook met uitgaven doen.


Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 1.2 en rekentrainer 1.1 en 1.2
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in paragraaf 1.3

timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide

herhaling...
je krijgt per maand € 25,- zakgeld. Hoeveel is dat per week?

de sportschool kost € 4,95 per week. Hoeveel kost dit per maand?

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg
€ 25,- x 12 = € 300,-
€ 300,- : 52 = € 5,77

€ 4,95 x 52 = € 257,40
€ 257,40 : 12 = € 21,45

Slide 16 - Tekstslide