6.4 Komt de overheid rond? deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 6.4 Komt de overheid rond?
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van economie en je schrift van economie. 

Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle: 

6.3 opdracht 41 t/m 46

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat de rijksbegroting is. 

- kun je miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen. 

- kun je uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben. 

Leergebiedoverstijgende doelen:

Ervaringen delen

- Je laat een ander uit praten wanneer hij/zij aan het woord is.

- Je stelt vragen aan een ander om belangstelling te tonen. 

3. Mini-check + arrangementen

Verdiept (8 of hoger) --> Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Wat is een rijksbegroting?

1. Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijk
2. Een overzicht van de belastingen die de overheid ontvangt.
3. Toelichting op de inkomsten en uitgaven
4. Een overzicht van de kosten die de overheid maakt.

Rijksbegroting

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk voor het komende jaar.

Schrijf 32 miljard in miljoenen.

12 miljard + 700 miljoen = ?
Noteer in miljoenen

De miljoenennota is een:

1. Uitkering
2. Toelichting op de financiële begroting
3. Toelichting op de rijksbegroting
4. Een briefje van 1 miljoen euro

Wie maakt wat?

Had je de vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 47 t/m 52 op blz. 170 t/m 171

De rest doet mee met de instructie. 

Rijksbegroting

Rijksbegroting:

overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid voor komend jaar.

De rijksbegroting wordt op Prinsjesdag gepresenteerd samen met de miljoenennota. Dit is de toelichting op de rijksbegroting.

De Tweede en daarna de Eerste kamer moeten 

de rijksbegroting goedkeuren.

Met grote getallen rekenen

Wanneer je met miljoenen en miljarden moet rekenen, kun je het beste de miljarden eerst omrekenen naar miljoenen. 

Samen oefenen

De overheid ontving € 11,8 miljard aan btw. In de volgende periode was dat € 400 miljoen meer. Hoeveel btw kreeg de overheid toen? 

Uitwerking

€ 11,8 miljard = € 11.800 miljoen

€ 11.800 mljn + € 400 mljn = 

€ ......... miljoen

Of:

€ 400 miljoen = € 0,4 miljard

€ 11,8 mljd + € 0,4 mljd = 

€ ....... miljard

Nederland heeft 17 miljoen inwoners. De overheid geeft €8 miljard uit aan het voortgezet onderwijs.

Hoeveel is dat gemiddeld per inwoner?

5. Begeleid inoefenen

We maken klassikaal opdracht 52

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig paragraaf 6.4 opdracht 47 t/m 52 

op blz. 170 t/m 171

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.

Daarna maak je de rekenopdrachten 1 t/m 5 op blz. 184

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- weet je wat de rijksbegroting is?

- kun je miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen?

- kun je uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben?

Huiswerk

Huiswerk:

Maandag 13 juni                    

6.4 opdracht 47 t/m 52