2TH Grammatica zinsdelen: §8 Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Afspraken

- Vraag of opmerking = VINGER!

- Docent praat ALLEEN! Geldt ook voor degene die een beurt heeft!

- Docent bepaalt. In discussie gaan heeft dus geen zin :)

Welkom 2B!

Lever je telefoon in!

Pak voor je:

- Leerboek;

- Schrift;

- Ipad.

Deze les...

- Voorkennis §6;

- Uitleg §8 Bijwoordelijke bepaling;

- Aan de slag!

Voorkennis §6

Het meewerkend voorwerp...

1. aan wie of voor wie
2. wie + gezegde + onderwerp
3. wat + gezegde + onderwerp
4. is altijd een voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp?

De juf heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd

1. De juf
2. de betekenis
3. het meewerkend voorwerp
4. mij

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.

1. zij
2. heeft
3. ons
4. toch

Wat is het meewerkend voorwerp?

Joris heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd

1. Joris
2. de betekenis
3. het meewerkend voorwerp
4. mij

Is dit een meewerkend voorwerp?

'Wil hij een ijsje van mij hebben?'

1. Ja
2. Nee

Lesdoel

Ik kan een bijwoordelijke bepaling (bwb) in een zin herkennen.

§8 Bijwoordelijke bepaling

• Een bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft antwoord op vragen als: Waar? Wanneer? Hoe? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Van wie?

• Deze vraagwoorden zijn zelf ook bwb's.
• Bwb's kunnen ook uit 'losse woordjes' bestaan: wel, niet, bijna, nooit, altijd, mogelijk, misschien, hier, daar, zeker, etc.

§8 Bijwoordelijke bepaling

• In de bioscoop hebben we een goede film gezien (Waar?);
• De ijssalon is in de wintermaanden gesloten (Wanneer?);
• Vanwege het slechte weer neemt Manon een paraplu mee (Waarom?);
• Lisanne heeft het huiswerk niet overgeschreven (los woordje);
• Florian vertelt graag sterke verhalen (los woordje).

§8 Bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling vinden (aantekening!):

1. Noteer pv, ow en wg;
2. Zoek lv en mv (als die er zijn);
3. De meeste zinsdelen die overblijven, zijn bwb's.

Soms bevat een zin geen bwb, soms één, soms meer dan één.

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Ik zou in Egypte willen wonen.

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Met zijn zakmes sneed hij het brood.

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Deze zomer heb ik in Italië heerlijk gegeten.

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Hij is op de fiets gekomen.

Huiswerk 07-02

Je maakt: 1 t/m 5 (blz. 212-213).
Maak opdracht 3 in je schrift!

Klaar?

Nakijken,

daarna werkblad meewerkend voorwerp maken!