Oefentoets Rep 1

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Oefentoets Repetitie hfst 1

Je maakt deze oefentoets in stilte voor jezelf.

Alle onderdelen die op de repetitie voorkomen staan in deze LessonUP. Wanneer je een antwoord niet weet zoek je het op in je boek, je weet dan wel dat je hier nog extra aandacht aan moet besteden. 

Vul in: el/la/los/las
_____vacaciones

Vul in: el/la/los/las
_____tienda.

Vul in: el/la/los/las
____chicos.

Vul in: el/la/los/las
____ciudades.

Vul in: un/una/unos/unas
_____presentadores.

Vul in: un/una/unos/unas
____amiga

Vul in: un/una/unos/unas
_____hijos.

Zet onderstaand woord in het meervoud in het Spaans. Je hoeft het niet te vertalen.
El pueblo.

Zet onderstaand woord in het meervoud in het Spaans. Je hoeft het niet te vertalen.
Un hermano.

Zet onderstaand woord in het meervoud in het Spaans. Je hoeft het niet te vertalen.
La canción.

Zet onderstaand woord in het meervoud in het Spaans. Je hoeft het niet te vertalen.
El hospital.

ik

jij

hij enkelvoud

zij enkelvoud

u enkelvoud

wij

jullie

hij/zij/u

meervoud

vosotros/as

él

yo

ella

ellos/ellas/ustedes

usted

nosotros/as

tú

soy

eres

es

somos

sois

son

ik ben

jij bent

hij /zij is/

u bent

wij zijn

jullie zijn

zij zijn

Vul de juiste vorm van het werkwoord SER (zijn) in.
Kijk goed om welke persoon het gaat in de zin.
Yo______la madre de Anita.

Vul de juiste vorm van het werkwoord SER (zijn) in.
Kijk goed om welke persoon het gaat in de zin.
Mi hermano______simpático.

Vul de juiste vorm van het werkwoord SER (zijn) in.
Kijk goed om welke persoon het gaat in de zin.
Nosotras______amigas.

Vul de juiste vorm van het werkwoord SER (zijn) in.
Kijk goed om welke persoon het gaat in de zin.
Mis hermanos_______muy inteligentes.

Dit zijn de frases claves, die staan op pagina 16 van je tekstboek. Vertaal naar het Spaans:
Waar woon je?

Dit zijn de frases claves, die staan op pagina 16 van je tekstboek. Vertaal naar het Spaans:
Hoe oud ben je?

Dit zijn de frases claves, die staan op pagina 16 van je tekstboek. Vertaal naar het Nederlands:
Vivo en Almere, está en Holanda.

Dit zijn de frases claves, die staan op pagina 16 van je tekstboek. Vertaal naar het Nederlands:
Almere es una ciudad.

Deze woordjes staan in de woordenlijst 1.1 t/m 1.4.
Wat is de vertaling van:
último/bien hecho/dónde

1. eerste/goed/wie
2. laatste/goed gedaan/waar
3. laatste/goed gedaan/wie
4. eerste/goed/hier

De Nederlandse vlag heeft de kleuren___ ____ _____.

1. rojo, blanco, verde
2. rojo, blanco, azul
3. rosa, blanco, azul
4. marrón, naranja, verde

Mi primo es (de zoon) de mis tíos.

el chico

Francia

cantar

la chica

Italia

Alemania

Deze woordjes staan in de woordenlijst 1.1 t/m 1.3.
Wat is de vertaling van:
el pueblo/se llama/también

1. het dorp, ik heet, ook
2. de stad, wij heten, de zus
3. het dorp/hij,zij,u heet/ook
4. de stad, jullie heten, ook

Grande

voy

la piscina

vamos

cantar

het zwembad

ik ga

wij gaan

groot

zingen

Welk getal staat hier? In getallen beantwoorden:
dieciocho

Welk getal staat hier? In getallen beantwoorden:
quince

Welk getal staat hier? In getallen beantwoorden:
ocho

Welk getal staat hier? In getallen beantwoorden:
veinte

Klaar?

Ben je klaar met de oefentoets? Goed zo! Ik ga de uitslag bekijken en bepalen of je nog ergens extra hulp bij nodig hebt!